24 februari 1966 79 of uitbreiding van woningen moet plaats vinden pleegt men overleg met de huurders. Dat heeft altijd nog tot een akkoord geleid. Maar het kan ook wel eens voorkomen dat het niet lukt en dan rijst de vraag wat er dan moet gebeuren. Dan kan men twee wegen op. Men kan zeggen hele- maal niets of allemaal. Het eerste lijkt spreker onbillijk tegenover de overgrote meerderheid die een aardgasketel wenst. Men kan ook uit- gaan van de redenering dat er wel eens een volgende huurder zal komen en misschien zelfs de tegenwoordige huurder als hij bij zijn buren ziet dat het allemaal veel plezieriger gaat die ook aardgasverwarming wil hebben. Wat nu betreft die dwang wijst spreker er op, dat volgens het besluit huurprijzen men bij vernieuwing van centrale verwarmingsketels de huur mag verhogen met 8 van de halve investeringskosten. Dat mag elke huiseigenaar wanneer hij werkelijk zelf vervangingswaarde moet betalen want dan komt er in het huis een stuk meerdere waarde. Gewoon dus een wettelijke huurverhoging. Die zou in dit geval, afgezien van de gasketels, 5,75 bedragen. Wanneer de kolenketels worden vervangen door nieuwe kolenketels dan heeft de gemeente het recht om 5,75 per maand meer huur krachtens de wet te vorderen. Niets gedwongen, niets opgelegd, een- voudig een huurverhoging zoals alle huurverhogingen die krachtens de wet tot stand zijn gekomen. Spreker weet wel dat de nu door hem aange- voerde argumenten voor de heer Scheer nieuw zijn, want die zijn niet in de commissie ter sprake gekomen. Spreker heeft toen alleen even het be- doelde besluit genoemd, krachtens hetwelk naar zijn mening een huur- verhoging toelaatbaar was en hij dacht dat mevr. Gaasterland dit toen heeft bevestigd. Het verschil is dus 7,50 5,75 1,75. A1 zou het even duur stoken zijn spreker neemt niet aan dat het aardgas duurder gaat worden dan dacht spreker toch dat elke betrokkene voor deze paar gulden niets is alleen zonzijde: het feit dat er een zon is betekent dat er ook schaduw is zal willen profiteren yan de zonzijde van dit voorstel, die ongetwijfeld aanzienlijk groter is dan de kleine inconveniën- ten die nog kunnen ontstaan. Spreker is er met de heer Scheer van over- tuigd dat afstraling van kachels die met olie of met aardgas worden ge- stookt, in de keuken b.v., minder zal zijn dan bij kolen die permanent liggen te gloeien. Aan de andere kant gelooft spreker niet dat als het huis helemaal warm wordt gestookt de keuken daar ook niet in zal delen. Als er straks van de bouwvereniging het verzoek zou komen om een bredere buis of pijp aan de kachels of in de schoorsteen aan te brengen, waardoor deze meer warmte gaat afstralen, of hoe men dat vterder wil inrichten, dan hoopt spreker dat de raad deze consequentie zal aanvaarden, want de gemeente is dan zelf deze weg ingeslagen, en eventueel een nieuw krediet voor dat doel zal willen verlenen. Als dit besluit wordt aangenomen is het wachten op wat de woning- bouwvereniging bericht. Rapporteert deze dat er huurders zijn die geen gasketel wensen, dan is sprekers persoonlijke mening om toch maar door te zetten, want die paar achterblijvers zullen later ook nog wel komen. Spreker kan dus de heer Rutgers geruststellen dat het niet is „alles of niets". Spreker staat volkomen achter de mening van de heer Brandsma dat geprobeerd moet worden om toch in elk geval in zo'n situatie alles gelijk te houden, niet uit een zucht naar uniformiteit, maar omdat het de meest praktische en eigenlijk de doelmatigste weg is. De heer Rutgers is dankbaar voor het antwoord van de voorzitter. Deze heeft inderdaad volkomen begrepen wat spreker wenste. Spreker heeft geen bezwaar tegen het voorstel van burgemeester en wethouders. Hij had op juridische gronden bezwaar tegen de toevoeging van de commis- sie voor de volkshuisvesting. Hij wil op dit ogenblik niet in den brede met de heer Brandsma over deze zaak debatteren. Dat wil hij wel eens per-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1966 | | pagina 39