24 februari 1966 81 De voorzitter deelt mede dat de commissie voor de financiën zich hier- mede kan verenigen. De heer Rutgers vraagt waarom een post van 25,voor subsidie aan natuurbescherming nu, min of meer verscholen in een begrotingswijziging, wordt voorgesteld; of het de bedoeling is deze subsidie elk jaar te hand- haven en waarom deze subsidie niet normaal bij het subsidievoorstel be- horende bij de begroting is aangevraagd. Wethouder Corver antwoordt, dat het nobele doel van deze aanvrage de oorzaak er van was dat het college zei: laten we dit nu nog maar doen. Spreker is het eens met de geachte spreker wanneer hij vraagt of dit eigenlijk wel het juiste moment is om deze aanvrage te behandelen want er is indertijd afgesproken dat alle subsidies tegelijk zouden worden be- handeld. Het wil helemaal niet zeggen dat deze subsidie ieder jaar terug zal keren. Het college heeft niet gemeend deze aanvrage te moeten doen schuilgaan in een begrotingswijziging. Burgemeester en wethouders weten dat de leden van de financiële commissie alles zo nauwkeurig bezien dat van verschuilen geen sprake zou kunnen zijn. Zij hebben er op vertrouwd dat de raad bewust een beslissing zou nemen. De heer Rutgers vindt dat, wanneer het nu een subsidie voor India be- trof, een directe beslissing nodig is, maar een natuurbeschermingsindicatie is iets wat nog jaren loopt, en waarom dan nu daarover beslist. Hij zal er niet verder over spreken. De voorzitter: „Het kenmerk van principes is dat men bij de uitzonde- ringen leeft." De heer Rutgers: ,,De loco-burgemeester in het bijzonder geloof ik." Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. XXV. RONDVRAAG. Gladheidsbestrijding. Mevr. Gaasterland meent dat, hoewel zij van oordeel is dat er door Openbare Werken aan de sneeuwopruiming en de gladheidsbestrijding hard is gewerkt, de zijlanen niet helemaal zijn behandeld zoals dat had behoren te gebeuren. Is daar een bepaalde oorzaak voor aan te wijzen? De voorzitter is dat ook opgevallen. Natuurlijk, zoals altijd, zijn de wegen voor doorgaand verkeer het eerst behandeld. Spreker heeft hier- over uitvoerig met de directeur gesproken. Spreker heeft het gevoel, dat is geen zekerheid, dat men een ogenblik te vroeg op de dooi heeft gespe- culeerd die echter niet doorzette. Spreker zegt toe dat hij speciaal ook zal verzoeken om, wanneer de hoofdwegen behandeld zijn, met de behandeling van de zijwegen door te gaan voordat alles vastgevroren is. We hebben nu de narigheid gehad dat het na het dooien weer begon te vriezen en dat is de meest ongewenste situatie die men kan hebben. Mevr. Gaasterland wijst er op dat j.l. zaterdag, toen de vorst al lang achter de rug was, de auto van iemand die haar bezocht nog op gladde weg- gedeelten slipte. Enige dagen daarna hebben de mensen in haar laan ont- zettende overlast van zand gehad. Er is nu zo'n prachtige veegmachine, waarom nu niet daarmee gewerkt om dat zand weg te krijgen?

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1966 | | pagina 41