iü
44
24 februari 1966
1. brieven d.d. 15 en 30 december 1965, waarbij de Sectie Nederland van
de Raad der Europese Gemeenten verzoekt de gemeente als lid te
doen toetreden tot die Raad.
Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders, wordt,
zonder hoofdelijke stemming, besloten, op het verzoek afwijzend te be-
schikken.
De voorzitter zegt dat de heer Van der Hulst heeft verzocht om eerst
punt XXIV van de agenda te behandelen omdat hij wellicht genoodzaakt
is wat eerder weg te gaan.
De vergadering kan zich hiermede verenigen.
XXIV. ONDERZOEK WONINGBEHOEFTE
De heer Van der Hulst zegt, dat hij het evenals het college betreurt dat
dit onderzoek niet geheel aan de verwachtingen heeft beantwoord. Door
het kleine aantai deelnemers aan de enquête kunnen, zoals het college te-
recht opmerkt, niet al te veel conclusies uit de resultaten van de enquête
worden getrokken. Men zou geneigd zijn te zeggen dat degenen die hier
niet op gereageerd hebben het dan zelf maar moeten weten en dat de
raad zich hun lot niet verder behoeft aan te trekken. Toch gelooft spreker
dat een aantal van 900 antwoorden wel een bepaald inzicht geeft in de
vraag welke soorten huizen er in de gemeente moeten komen. Spreker
wil b.v. uit pagina 2 lichten, dat er 550 mensen zijn die de voorkeur geven
aan een eengezinswoning. Spreker begrijpt dat die wens een beetje tegen
de stroom van de tijd inroeien is, want er is voldoende gebleken dat het
uitsluitend bouwen van eengezinswoningen niet meer tot de mogelijkheden
behoort omdat er dan niet voldoende woningen kunnen worden gebouwd.
Toch gelooft spreker dat de raad deze wens niet naast zich neer mag leg-
gen, maar zoveel mogelijk moet trachten haar in de bestemmingsplannen
te verwerken. Het betreft hier natuurlijk een groeiproces en een generatie
verder zal de behoefte aan eengezinswoningen misschien wat kleiner zijn.
Spreker wil ook nog attenderen op de grote categorie mensen die in de
huurklasse van f 90,f 160,per maand spreker neemt maar 3
groepen tegelijk een woning wenst. Dat zijn dus woningen die behoren
tot de woningwetsector. Men is in het algemeen niet bereid en misschien
ook niet in staat om al te hoge huren te betalen. Er waren bij de begro-
tingsbehandeling veel geluiden te beluisteren die het karakter van de
gemeente niet wilden zien aangetast en een bouw voorstonden meer ge-
richt op wat grotere, wat betere en wat duurdere huizen. Dat is eigenlijk
ook weer een beetje oproeien maar nu tegen de stroom van wensen in.
Spreker gelooft dat een bedrag van f 90,f 160,per maand ook
landelijk genomen de huur is die men wil verwonen. Men wil natuurlijk
altijd goedkoop wonen en een groot huis hebben, maar als men ziet dat
men door iets meer te betalen meer ruimte kan krijgen, zal men daar niet
voor terugschrikken.
Deze tendenzen wilde spreker graag onder de aandacht van het college
brengen. Hij verzoekt hiermee bij de opzet van de bestemmingsplannen
zoveel mogelijk rekening te houden.
De heer Brandsma zegt, dat het college wel zal begrijpen dat zijn frac-
tie, die enigermate schuldig is aan het totstandkomen van deze enquête,
het resultaat van dit onderzoek met grote belangstelling tegemoet heeft
gezien. Spreker wil beginnen met een woord van waardering aan het adres
van het college uit te spreken voor het feit dat deze enquête is gehouden.
Zijn fractie meende destijds en dat meent zij nog, dat het zin had om dit
onderzoek eens in te stellen. Spreker zou, evenals de heer Van der Hulst,
hieraan een paar algemene opmerkingen willen wijden.
Uit het overzicht blijkt, dat het college nogal teleurgesteld is over de