■Mb/MM ew "lîti'/ 1 september 1966 210 stichtingsbestuur dan veel beter weten wat er omgaat in de sportwereld en in de tweede plaats zullen de bestuursleden die zich nu vaak alleen beperken tot hún sport, ook het belang van andere sporten zien. Bovendien zullen de vertegenwoordigers van aile sporten zich, door het dragen van verantwoordelijkheid voor de goede gang van zaken, er gemakkelijker in schikken dat niet alle wensen ogenbiikkelijk kunnen worden vervuld. Dit zal wederzijds heel erg goed werken. In artikel 6 is de positie van de directeur geregeld. Dit betekent met in de eerste plaats een voordeel voor de directeur, maar het is belangrijk voor de stichting zelf. In de bestaande statuten wordt enkei gesproken van een secretaris-penningmeester. Maar het belangrijkste werk dat deze functionaris verricht betreft eigenlijk het beheer van de bezittingen van de gemeente in de sportparken. Volgens de statuten is niemand aange- wezen die belast is met het contact met het personeei en met het opnemen van wat er in het belang van de sport aan de verschillende objecten moet gebeuren. Die functionaris is wel practisch in onze dienst maar het staat nergens. Het is dus in het belang van de stichting dat in de statuten geregeld is dat er een directeur in dienst is die deze zeer belangrijke werkzaamheden verricht. Spreekster gelooft dat dat de voornaamste voor- uitgang is die geboekt kan worden en het zal een ieder moeten verheugen dat de stichting nu prettiger en ook belangrijker werk kan doen dan alleen het beheer en het onderhoud van objecten. De heer Verkouw heeft gezegd dat een aanbeveling voor de benoeming van de directeur hem iets meer zou aanspreken dan een voordracht. Door- dat burgemeester en wethouders het stichtingsbestuur voor de benoeming van de directeur zuilen raadplegen wordt aan dat bezwaar toch wel tegemoet gekomen. De heer Scheer heeft betreurd dat de benoeming van de leden van het stiehtingsbestuur niet door de gemeenteraad gebeurt. Op grond van de praktijk stelt het college voor aldus te handeien. In een groep van 15 mensen zullen nog al eens wisselingen voorkomen en dan zal men telkens moeten wachten op een raadsbesluit om een vakature te kunnen vervullen. Spreekster gelooft dat het bezwaar niet zo groot is dat de benoeming van bestuursleden door het college van burgemeester en wethouders gebeurt. De combinatie secretaris-penningmeester ligt niet zo moeilijk als de heer Verkouw denkt, want het administratieve deel van diens werkzaamheden wordt op het raadhuis verricht. Verder heeft de controleur der gemeente- financiën de controle op de financiën. Het is dus niet zo, dat men in dit bedrijf ongecontroleerd kan werken. Zowel voor het admmistratieve als het financiëie gedeelte is er voldoende hulp en controle en toezicht. De heer Butgers zou graag door het college gerustgesteld worden ten aanzien van het secretaris-penningmeesterschap. Een algemeen beginsei is toch wel dat het altijd beter is dat het vastleggen van de besluiten los staat van het penningmeesterschap. Spreker vraagt van het college de verklaring dat dit beginsel door het college wordt aanvaard, maar dat er in dit speciale geval bijzondere omstandigheden zijn die daarvan een afwij- king noodzakelijk maken. Dan is spreker gerust. Als het college zou zeggen dat het zo goed is, zou spreker in algemene lijn een beetje ongerust zijn. Wethouder mevr. Van der Meulen zegt dat het juridisch juist is wat de heren Verkouw en Rutgers hebben betoogd. Het betreft hier echter een eenmansbedrijf en dat maakt het heel erg bezwaarlijk de gevraagde schei- ding aan te brengen. Door de controle die er is en het verrichten van de financiële werkzaamheden ten raadhuize, gelooft spreekster dat er geen reden is tot ongerustheid over deze combinatie, hoewel zij in wezen niet de meest gewenste genoemd kan worden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1966 | | pagina 17