221 1 september 1966 Mevr. Gaasterland zegt: „M. d. V. Namens de leden van mijn fractie wil ik u heel hartelijk bedanken voor de goede en sympathieke rede die u gehouden hebt. De wijze waarop u de scheidende raadsleden gehuldigd hebt was ons geheel uit het hart gegrepen." De heer Kooijmans zegt: ,,Ik wil graag mijn stem paren bij die van anderen en danken voor de waarderende woorden die u hebt gesproken, voor de cadeaux die ik mocht ontvangen en voor de vriendschap al die jarenlang in de raad van burgemeester en raadsleden ondervonden. Men wist van elkaar dat men soms heiemaal verschillend over een zaak kon oordelen en toch was altijd de onderlinge verhouding zo goed; het je geven aan de gemeenschap dat was toch wel aanwezig in de raad. Geef eerst de dingen van jezelf. Mijn leven is door het werk in deze raad zeker verrijkt geworden." (applaus). De heer Verhoeven zegt: „Er zijn zoëven enige heren naar mij toegeko- men en die hebben me iets onder mijn neus gewreven dat ik eigenlijk niet zo plezierig vond. Het is n.l. zo, dat ik van de blijvende raadsleden de oudste ben en de profetenmantel die de heer Van der Linden omhangen heeft moet ik, nu althans, overnemen en namens de raad tot de scheiden- den spreken. Het heeft geen zin om na de kolossaal weldoorwrochte en gevoelige rede die u, M. d. V., heeft gehouden te gaan dupliceren wat u gezegd hebt. Laat ik het dus op een andere wijze indelen. Omdat ik die indeling naar categorie gemaakt heb, zou ik willen beginnen met de leden die niet van mijn fractie zijn en wel met de heer Kooijmans met wie ik van alle leden het langst heb samengewerkt. De heer Kooijmans heeft op ons raadsleden, ik mag wel zeggen altijd een buitengewoon prettige indruk gemaakt doordat hij zo emotieloos, zo kalm en overwogen, zonder zich ergens over op te winden, toch steeds zijn mening verkondigd heeft ook over dingen die nu niet precies principiële dingen waren, maar die wel op zijn terrein lagen. Hij heeft met ons allen samengewerkt in verschU- lende commissies en ik kan namens degenen die blijven, zeggen, dat het altijd op een heel plezierige manier is geweest en dat het ons spijt dat hij ons gaat verlaten. Wij zullen zijn werk in onze gemeente met genoegen blijven gedenken. De heer Frets heeft van zijn standpunt menigmaal doen blijken en dat heeft nog wel eens een keer tot meningsverschillen met anderen geleid. Toch is dat altijd op een hoffelijke en prettige maniei- gebeurd. Wij weten dat hij uit de grond van zijn hart sprak en zijn overtuiging weergaf en daar moet je altijd respect voor hebben. De heer Gregory heeft in deze raad niet zoveel van zich doen horen, maar als we hem ontmoetten op het terrein van de commissies dan is het ook daar op de meest plezierige wijze gebeurd. Wij kunnen niet anders zeggen dan dat hij getracht heeft, wat hij op zijn gebied presteerde zo goed mogelijk te doen en daar hebben wij alle respect voor. Wij vinden het jammer dat hij ons gaat verlaten. Ik heb op een andere plaats ai gezegd dat het mij spijt dat wij de heer Brandsma verliezen omdat hij op zijn gebied zo uitermate deskundig is en omdat hij zo'n kolossaal rustige en kalme manier van spreken heeft, zo zonder emotie. Als hij al eens een tikje kwaad werd wist hij die emotie toch wel meesterlijk te verbergen. Hij heeft nog nooit een onparlementair woord gesproken, wat ik van mezelf niet kan zeggen. Wij vonden hem een heel deskundig man. Het is jammer dat de reden van zijn weggaan ook tn het politieke lot ligt. Wij hopen, dat, als het mogelijk is, de heer Bransma nog eens een keer in de raad van Heemstede mag terugkeren. Dat zou ongetwijfeld in het belang van de gemeente zijn, dat durf ik hier rustig te zeggen. Nu zal ik overgaan tot de leden van mijn fractie die gaan vertrekken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1966 | | pagina 28