199 1 september 1966 woning, hebben 34 of 6,5 daarvan in positieve zin gereageerd. Dat lijkt niet zo ongunstig, maar van die 34 zijn er maar 10 die naar het oordeel van het college voor aankoop in aanmerking kunnen komen omdat ze aan de voorwaarden voldoen. Dat is dus ongeveer 2 maar daar vallen er ook weer 2 vanaf en dan blijven er maar 8 over. Het college zegt verder, dat van die 10 personen ongetwijfeld niet allen tot koop zullen besluiten indien de koopprijs bekend wordt. Dan blijven er misschien 5 over of nog niet eens 1 wat dus zo ongeveer het landelijke beeld is. Men kan dan natuurlijk met de heer Rutgers zeggen: „best dan 1 je moet heel be- scheiden beginnen", maar dan moet spreker opmerken, dat zijn fractie toch wel gevoelig is voor de argumenten die door het college naar voren zijn gebracht ten aanzien van de praktische bezwaren die juist aan de verkoop aan de gegadigden in dit geval verbonden zijn. Die bezwaren kunnen gebagatelliseerd worden, ze kunnen ook wat opgevoerd worden, maar men kan, dacht spreker, niet ontkennen dat ze toch wel enige inhoud hebben. Daarom heeft zijn fractie na rijp beraad het standpunt ingenomen dat zij zich met de opvattingen van het college, neergelegd in de nota, kan verenigen. Zijn fractie doet dat des te gereder, waar de heer Zegwaart namens de K.V.P.-fractie in een paar woorden eigenlijk hetzelfde heeft willen opmerken. Aardig is, dat spreker had willen voorsteilen hij kan het bewijzen om evenals de heer Zegwaart dat deed spreker heeft hem toch echt niet gesproken tussen de woorden „woningwetwoningen" en „niet te verkopen" in de laatste zin, het woord ,,voorshands" te plaat- sen. Dat is een wat deftiger woord dan „voorlopig". Spreker gelooft dat gunstiger omstandigheden moeten worden afgewacht. Gunstiger in deze zin, dat het dan voor de kopers van deze woningen financieel aantrek- kel'ijker is om te kopen. Gunstiger omstandigheden die, naar wij hopen, binnen niet al te lange tijd zullen aanbreken. Sprekers fractie heeft tegen de door de K.V.P.-fractie voorgestelde amendering van de laatste zin van het voorstel van burgemeester en wethouders geen enkel bezwaar. Mevr. Gaasterland zegt dat haar fractie voorstandster is van een ge- zonde bezitvorming. Toch staat haar fractie om praktische redenen achter het voorstel van burgemeester en wethouders. Spreekster wil dan het argument van het huisvestingsbeleid zelfs nog niet in de eerste plaats stellen want het gaat hier maar om enkele woningen, zodat dit bezwaar nu niet zo zwaar weegt. Het gaat haar fractie om de praktisehe over- wegingen tegen deze verkoop, i.v.m. gemeenschappelijke aansluitingen aan gas enz. en het onderhoud. Woningwetwoningen zijn in blokken gebouwd, blokken die een eenheid vormen. Spreekster heeft een jarenlange ervaring met de exploitatie van deze woningen. Zij heeft er zich een voorstelling van kunnen maken wat het zal betekenen wanneer bepaalde eigenaren niet willen meedoen aan de algemene voorzieningen van een blok wonin- gen. Juridisch zal men een eigenaar heel moeilijk kunnen binden aan het meedoen aan algemene voorzieningen betreffende de aanbiik van de woningen. De moeilijkheden die hieraan vastzitten zijn van dien aard, dat haar fractie niet voor overdracht van de woningen kan zijn. De heer Scheer heeft met belangstelling van de heer Brandsma gehoord dat diens fractie er altijd vôör is geweest om de mensen in het bezit van woningwetwoningen te stellen. Daarvan neemt spreker heel graag akte. Daarnaast heeft de heer Brandsma en toen waande spreker zich eigen- lijk niet in de raad van Heemstede maar in de Tweede Kamer de voorwaarden gekapitteld die voor overdracht van woningen gelden. Spre- ker is het met de heer Brandsma eens dat daar bezwaren tegen zijn, maar dat hoeft hier niet geponeerd te worden. Dat zal bij hoger gezag dienen te komen. Daaraan moet hier voorbij worden gegaan. De heer Brandsma heeft o.a. gezegd dat de mensen een gouden dak zullen krijgen van wel

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1966 | | pagina 6