116
4e afd.
29 september 1966
VERORDENING BENZINEPOMPEN
Heemstede, 21 september 1966.
Aan de Raad,
Een uwer leden heeft enige tijd geleden verzocht een onderzoek in te
stellen naar de wenselijkheid de Verordening benzinepompen aan te vullen
met een bepaling welke erop is gericht de plaatsing van teveel pompen te
voorkomen; in andere gemeenten zouden dergelijke bepalingen bestaan.
Zoals u bekend is geldt alhier voor de oprichting van een benzinepomp
als weigeringsgrond gevaar voor de vrijheid of veiligheid van het verkeer,
hetwelk o.a. in het algemeen aanwezig wordt geacht als de pomp zou wor-
den geplaatst:
a. op een afstand van minder dan 100 m van een reeds op of aan dezelfde
weg aanwezige pomp;
b. op een afstand van minder dan 50 m van de hoeken van een weg.
Andere weigeringsgronden zijn o.m. ontsierende werking in de omgeving
en hinder in verband met de nabijheid van kerken, scholen, rusthuizen e.d.
Wij hebben de Vereniging van Nederlandse Gemeenten gevraagd of be-
palingen als bedoeld in de eerste alinea elders zijn uitgevaardigd. De Ver-
eniging heeft ons geantwoord dat in sommige gemeenten als weigerings-
grond geldt de omstandigheid dat er in het betrokken deel der gemeente
naar het kenbaar gemaakte oordeel van burgemeester en wethouders geen
behoefte (meer) bestaat aan uitbreiding van het aantal pompen. Ook wordt
elders wel een grotere afstand tot een reeds aanwezige pomp aan dezelfde
weg aangehouden (b.v. 500 m)
Verordeningen met dergelijke weigeringsgronden zijn (mede) gebaseerd
op economische motieven. Dit achten wij niet juist; of het plaatsen van een
benzinepomp economisch al dan niet verantwoord is, is een zaak die alleen
de exploitant regardeert. De huishouding der gemeente is hiermee naar ons
gevoelen niet gemoeid; ergo mag een gemeenteraad terzake geen verorde-
ningen in het leven roepen. Daar komt bij dat de behoefte aan benzine-
pompen mede in verband met het steeds toenemende aantal auto's
bijzonder moeilijk geraamd kan worden.
Op grond van een en ander hebben wij besloten u geen voorstel te doen
tot wijziging van de Verordening benzinepompen voor wat het onderhavige
punt betreft.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
A. G. A. van Rappard.
De secretaris,
J. M. Kruitwagen.
