29 september 1966
249
commissie te benoemen dat !os staat van de adviescommissie en nu ook
voortaan leden in de vorderingscommissie te benoemen die geen deel uit-
maken van de adviescommissie. Spreker moet bij zijn betoog uitgaan
van de waarschijnlijkheid, dat burgemeester en wethouders de thans voor-
gedragen leden van de vorderingscommissie ook zullen benoemen of reeds
hebben benoemd tot lid van de adviescommissie. Daarvan uitgaande dient
spreker een motie in van dezelfde strekking als die welke enige jaren
geleden ter tafel heeft gelegen en die luidt: „De raad der gemeente Heem-
stede gezien de voordracht van het college van burgemeester en wethou-
ders 'tot benoeming van de leden van de commissie bedoeld in artikel
van de woonruimtewet, de zgn. vorderingscommissie, voor het per 1 okto-
ber aangevangen zittingsjaar; overwegende, dat aannemelijk îs dat 4 van
de 5 voorgedragenen tevens zijn of zullen worden benoemd m de advies-
commissie woonruimteverdelingspreekt als zijn oordeel uit, dat net de
voorkeur verdient dat de leden van de vorderingscommissie geen deel
uitmaken van de adviescommissie en verzoekt het college van burgemees-
ter en wethouders een nieuwe voordracht samen te stellen waarbij met
het vorengenoemde oordeel van de raad wordt rekening gehouden.
Mevr Cohen zegt dat deze kwestie al lang speelt, zoals de heer Rutgers
al heeft gememoreerd. In 1963 hebben burgemeester en wethouders aan
een voorstel van spreekster gevolg gegeven door althans eén hd van ae
vorderingscommissie ter benoeming voor te dragen dat geen lid van de
adviescommissie was. Spreekster heeft toen al gezegd, dat m haar fractie
de twee principes waarop deze gang van zaken berust, weerklank vonde
Een deel van haar fractie, waaronder spreekster, is het eens met het
juridische principe, terwijl het andere deel van haar fractie spreekster
vindt dat even belangrijk de praktische voordelen ziet van het feit dat
de leden van de adviescommissie ingewerkt zijn in de problematiek en
dus over deze zaken veel gemakkelijker kunnen oordelen dan leden die de
achtergronden van de zaken niet kennen. Spreekster is toen m 1963
teneinde de kool en de geit te sparen met het voorstel gekomenom een
of meer leden spreekster zou nu willen voorstellen twee leden
geen lid zijn van de adviescommissie, in de vorderingscommissie te benoe-
men Zij zou dus niet, zoals de heer Rutgers wil, een voUedige scheidmg
willen bepleiten van de twee commissies, juist om de praktische motieven
tot hun recht te laten komen.
De heer Willemse zegt dat zijn fractie de door de heer R.utgers inge-
diende motie steunt en zich achter de motieven stelt die hij naar voren
heeft gebracht.
De voorzitter antwoordt dat het niet zijn bedoeling is alle argumenten
die van de zijde van het college naar voren zijn gebracht, te herhalen.
Spreker had gehoord dat de heer Rutgers vandaag weer opmeuw met zijn
voorstel zou komen. De heer Rutgers heeft van 11 leden steun gevonden
en heeft nu dus het ogenblik waar hij al jaren naar veriangd heeft-
argument betreffende de secretaris der commissie, dat de heer Rutgers
naar voren heeft gebracht, is eigenlijk geen argument, want bij een vor-
deringscommissie wordt geen secretaris benoemd. De raad mag vrijeiijk
de leden van de vorderingscommissie benoemen. Het is een aanbevelmg
en geen voordracht. Spreker vindt het allemaal een storm in een glas
water Het spijt hem dat hij dat zeggen moet na een zo lange tijd van
strijd van de heer Rutgers. Een vergadering van de vordenngscommissie
komt wellicht een keer per jaar voor. Spreker kan mededelen dat burge-
meester en wethouders de zitting hebbende leden van de adviescommissie
hebben herbenoemd. Dat is een prerogatief van het college van burgemees-
ter en wethouders. In het afgelopen jaar is door burgemeester en wethou-
ders niet één keer een advies aan de vorderingscommissie gevraagd, maar
omdat een vordering verlengd moest worden is de vorderingscommissie