29 september 1966
253
IX. VERPACHTING VERVERSINGSHUIS IN GROENENDAAL.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gcdrukte stukken
onder volgno.
113. Verpachting Verversingshuis Groenendaal.
De voorzitter deelt mede dat de commissie voor de financiën zich hier-
mede kan verenigen.
De heer Van Berckel zegt dat uit het pachtcontract twee elementen
naar voren springen n.l. de pachtprijs en de termijn van vaststellmg van
deze prijs. De verhoging van de pachtprijs is dee's gebaseerd op de huur-
priis voor bedrijfsgebouwen en deels op de geldontwaarding. Spreker ge-
looft wel dat de pachtprijs van f 24.000 redelijk is. Het zal erg moeilijk zijn
om daar een andere basis voor te vinden. Het gaat spreker eigenlijk meer
om de termijn van 5 jaar. Uit het voorstel blijkt niet dat m het pacht-
contract een waardevastheid-clausule is opgenomen. Vooral in deze tijd
lijkt een dergelijke clausule wel noodzakelijk in verband met een zeer waar-
schijnlijke verdere daling van de koopkracht van het geld. Het gaat er
hem niet om nu direct een dergelijke bepaling in het contract te doen
opnemen, maar om het principe. Hij zou n.l. gaame zien dat m ver"
volg in dergelijke contracten een waardevastheid-clausule wordt opge-
nomen. Mocht deze moeilijk te formuleren zijn hetgeen spreker zich
kan voorstellen of indien zij tot onbillijkheden zou leiden, zou hij m elk
geval adviseren in pachtcontracten een korte huurtijd te bepalen.
De heer De Ruiter heeft zich afgevraagd waarom wel de pachtprijs
aan de huidige geldkoopkracht e.d. is aangepast en niet het percentage
van 8, voor eventueel door de gemeente ten behoeve van het verpachte te
investeren bedragen, aan het nieuwe niveau van de rentestand îs aange-
past. Een percentage van 8 in 1962 zou nu ongeveer 11 moeten zijn.
De voorzitter zegt dat dit twee nieuwe gezichtspunten zijn. De gedachte
van de heer Van Berckel is het overwegen waard wanneer men er van
uitgaat dat de waarde van het geld steeds minder zal worden. Dat wordt
natuurlijk wel enigszins goed gemaakt door pachtverhoging. Het lijkt
spreker goed een dergelijke clausu'e in pachtcontracten op te nemeip
hoewel hij het voor dit contract niet nodig vindt. Het college zal zich
hierover nader dienen te beraden. Het percentage van 8, door de heer De
Ruiter genoemd, dateert van enkele jaren terug. Wellicht zal dus bij ver-
dere verbeteringen van het verversingshuis, dit percentage ook moeten
worden verhoogd. Spreker wijst erop, dat in het contract een meuwe be-
paling is cpgenomen, waardoor een groot deel van het onderhoud voor
rekening van de pachter komt.
Wethouder Corver vestigt er de aandacht op dat in de verhoogde pacht-
prijs ook al een zekere correctie zit ten aanzien van de geldontwaardmg.
Er zijn een heîeboel zaken waar contracten voor gesloten worden doch
waar niet altijd een waardevastheidsclausule in hoeft te staan. Als men
daar achteraf rekening mee houdt en dus zegt, dat de prachtprijs moet
worden gecorrigeerd mede in verband met hetgeen in de afgelopen tijd
met betrekking tot de geldontwaarding is gebeurd, dan is dat een stand-
punt Spreker geeft toe dat er ook een mogelijkheid is om een jaarlijkse
correctie in de pachtprijs te bepalen. Dat kunnen burgemeester en wet-
houders eens overwegen.
De heer Van Berckel zegt dat het er natuurlijk om gaat hoelang de
termijn moet zijn waarbinnen een waardevastheidclausule nodig is. Men
kan er over discussiëren of dat vanaf 3 of vanaf 5 jaar moet zijn. Het
gaat om het principe.