m
29 september 1966
257
De voorzitter antwoordt dat het innemen van een ligplaats aan de zuid-
zijde van de Van Merlenvaart met een boot niet is verboden, maar men
mag niet op de oever komen die tot een breedte van drie meter is afgezet.
Maar de mensen kamperen enz. op het aangrenzende terrein. De moeilijk-
heid is echter dat men de mensen niet kan verbaliseren. Spreker heeft dit
tot tweemaal toe onder de aandacht van de hoofdinspecteur gebracht en
gevraagd of hij in deze zo streng mogelijk wil optreden. Er wordt gedaan
wat mogelijk is.
Hierna sluit de voorzitter de vergadering.
De secretaris
rzitter,