29 september 1966 235 is. Ik wil niet iuridisch uitgezocht zien of ik dat nu wel moet doen. Nu îk daar zoveel mensen aan het werk heb zal het me een zorg zijn dat emgen daarvan een paar dagen putjes metselen en rioleringen rechtleggen. Er is inderdaad, gericht aan burgemeester en wethouders, een soort van request geweest, naar spreker meent gedateerd december 1965. Uat request is een week later doorgezonden aan Openbare Werken. In januari d.o.v. is het rapport daarover ontvangen. Burgemeester en weth.ouders hebben toen een nader rapport gevraagd en dat is heen en weer gegaan. De klachten zijn, voor zover burgemeester en wethouders weten, verhol- pen. Burgemeester en wethouders hebben na die tijd geen andere klacht meer ontvangen dan van de dame in de stukken genoemd, en dat îs geen brief geweest van 5 juli, maar die is ingekomen op 25 augustus. Spreker meent dat de behandeling van dit stuk in de raad dan ook niet eerder kon plaats vinden. Deze brief kon natuurlijk niet zonder rapport van Open- bare Werken behandeld worden. Spreker gelooft dat er wel twee of drie rapporten over deze zaak door Openbare Werken zijn uitgebracht. Het laatste rapport is op 25 augustus ingekomen en kon natuurlijk met meer in de augustusraad maar moest in de septemberraad aan de orde worden ^Difaansluiting op het gemeenteriool tegenover het huis van adressante is prima in orde. Het euvel moet zitten in de aansluiting van het huis, wat dus particulier terrein is. Men kan nu wel zeggen dat 30 jaar voor een huis nog zo ©ud niet is, maar spreker heeft in een 30 jaar oude riolering, gelet op de kwaliteit van vele huizen ter plaatse niet veel vertrouwen. Hij meent dat deze riolering zal moeten worden vernieuwd en dat is natuurlijk een zaak van de eigenaar. Als adressante huurster is, kan zij het de eige- naar laten opknappen, maar als zij eigenares van het huis îs moet zij ook de lasten van een eigenaar dragen. Er is gesuggereerd deze zaak niet met een eenvoudig briefje af te doen, inhoudende de mededeling dat de oorzaak niet bij de gemeente ligt. Spreker dacht inderdaad dat het college nog eens moet overleggen of er met een deskundige, een ..stankdeskundige" zou spreker bijna zeggen, lemand dus die met riolering veel te maken heeft, moet worden ingeschakeld. Naar sprekers gevoelen willen burgemeester en wethouders hij spreekt nu echter no°" voor zichzelf gaarne iemand inschakelen waarvan gezegd kan worden, dat als die het bekeken heeft, dan hebben we wel een juiste visie. A1 heeft het gemeentebestuur in deze geen directe taak, zo heeft het toch wel een voorlichtende en een raadgevende taak. Spreker heeft echter volkomen vertrouwen in de rapporten van Openbare Werken in dit opzicht. De verklaring dat, nu het hoofdriool zo goed is, de gebreken van de aan- gesloten riolen destemeer naar voren zullen komen, spreekt hem wel aan. Maar het zal misschien het laatste woord niet zijn in deze zaak en spreker voelt er wel iets voor deze zaak op de aangegeven wijze te laten onder- zoeken. De heer Scheer meent toch één punt van het betoog van de wethouder te moeten weerleggen. De wethouder heeft gezegd dat vernieuwing van de aansluiting van de huisriolen baat zal brengen. Spreker kan verzekeren dat één van sprekers drie zegslieden hem heeft verteld, dat hij m zijn voortuin de aansluiting heeft laten voorzien maar dat de stank gebleven îs. Wethouder Van Wijk: „Ik bedoel met aansluiting de gehele verbinding tussen woonhuis en het hoofdriool, dus niet zozeer de aansluiting zelf. De heer Scheer: „Wij bedoelen ongeveer hetzelfde, n.l. de verbinding van het huis met het hoofdriool." De heer Smit is het niet eens met de uiteenzetting van de wethouder, want het 30 jaar oude riool heeft tot aan de rioleringswerkzaamheden altijd goed gefunctioneerd. Daarover is nooit een klacht bij bouw- en woning-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1966 | | pagina 5