236 29 september 1966 toezicht ingekomen. Of het een huurhuis of een eigendom betreft speelt in deze geen rol. Als het een huurhuis is en de eigenaar zou nalatig blij- ven de riolering te herstellen, kan de huurder bij bouw- en woningtoezicht klagen en dan zou bouw- en woningtoezicht het lichaam zijn om aanwij- zingen te geven wat er moet gebeuren om het euvel op te heffen. De wethouder zegt ook dat de aansluiting aan het hoofdriool in orde is. Dat moet wel in orde zijn want het is een nieuw riool. Hier heeft kennelijk in het riool tussen de aansluiting aan het nieuwe riool en de woning een verzakking plaats gehad. Dle verzakking is ook te verklaren. Als men grondbemaling toepast gaat de grond daaromheen door wateronttrekking inklinken en dan zal een riool, ook al zouden die huizen nog zo goed ge- bouwd zijn, 5 10 cm zakken. Een riolering heeft een zeker afschot en zo gauw dat afschot wordt verstoord krijgt men verstoppingen en dan werkt de ontluchting niet meer waardoor de kwalijke lucht door was- bakken, gootstenen enz. in de huizen komt. Mevr. Vriesendorp heeft het antwoord van de wethouder, waarom die brief niet direct in de raad is gebracht, niet precies begrepen. Zij hoopt een duidelijker antwoord te krijgen. Verder zei de wethouder dat de klachten kenbaar gemaakt in het request van december 1965 blijkbaar verholpen waren. Daar is inderdaad eind december 1965 op geantwoord. Adressante heeft daar nu op gereageerd maar al die andere belangheb- benden zijn blijkbaar zo netjes of verlegen geweest om niet opnieuw te adresseren ondanks dat hun klachten absoluut niet zijn verholpen. Spreek- ster heeft gehoord dat de aansluiting van de huizen lop het gemeenteriool loodrecht zou staan en dat daardoor de zaak verstopt zou zijn. De wet- houder zegt dat de tuinen verzakken. D'at is waar, het is alleen te snel gegaan. Spreekster gelooft ook wel dat de schuld gegeven kan worden aan het te gauw bebouwen van opgespoten land. Zij hoopt dat de wet- houder een oplossing voor deze zaak zal vinden. Wethouder Van Wijk vindt 30 jaar voor een riolering bij een huis dat kennelijk niet al te best gebouwd is spreker zegt het heel voorzichtig niet zo'n geringe tijd en hij acht het althans zeer we! mogelijk dat ook de ouderdom van het riool mede behoort te worden ingecalculeerd bij de vraag hoe de onaangename situatie ter plaatse ontstaan is. Spreker hand- haaft de zienswijze dat, wanneer het hoofdriool bijna perfect is, het aan- sluitend riool van de huizen, wanneer dat niet gaaf is, meer en vlugger zal gaan bezwijken. Wat het inklinken van de grond betreft, zegt spreker, dat deze al voor een groot deel was ingeklonken. Daarbij moeten vele rioleringen al ver- zakt zijn. De aannemer heeft stoepen gevonden die los van de huizen zaten, met dermate oude scheuren waarin allerlei ongedierte genesteld was, dat hij duidelijk kon zien dat deze zeker niet in de laatste 14 dagen zijn ontstaan. Hij heeft dus gezakte putten gezien en allerlei scheuren die niets met het werk daar te maken hebben gehad. Dat het zakken waar- schijnlijk door de rioleringswerken mede bevorderd is, wil spreker direct aannemen, maar dat zal dan ook weer bevorderd zijn door de slechte toe- stand van de grond. Als men deze zaak scherp wil stellen komt men naar sprekers gevoelen in een juridisch warnet. Spreker wil deze zaak, althans vanavond, helemaal niet juridisch stellen en hopenlijk in de toekomst ook niet. Hij meent dat uitgezocht moet worden in hoeverre die verzakkingen er al waren. Veel mensen zullen dat wel geweten hebben. Als het slechte grond is die gepredestineerd was voor verzakking bij gewone werk- zaamheden waarbij normaal geen verzakkingen zouden ontstaan, dan is er al een casus en dan ziet spreker de aansprakelijkheid van de ge- meente nog niet direct. Mevr. Vriesendorp uitgebreid beantwoordend met betrekking tot de data der brieven, zegt spreker, dat het adres op 5 juli is ingekomen, hier ver-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1966 | | pagina 6