1
268 27 oktober 1966
De door architect Stevens ingediende plannen zijn in handen gesteld van de
commissie van voorbereiding. Daarna zal een concreet plan aan de raad
worden voorgelegd, vervolgens zal overleg moeten worden gepleegd met het
ministerie van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening teneinde rijksvoor-
schotten te verkrijgen en als dat niet gelukt zal de gemeente voor een an-
dere wijze van financiering moeten zorgen. Deze opsomming verontrust
spreker toch een beetje. Hij zou de concrete vraag willen stellen, wanneer
het college denkt deze zaak te kunnen effectueren, want hier wordt toch wel
een beetje een wissel op de toekomst getrokken.
De heer Van der Hulst had boven deze brief het woord „tempo" geschre-
ven. Spreker meent dat dit woord geheel onderstreept hetgeen de heer
Scheer over deze zaak heeft gezegd.
Wethouder Van Wijk antwoordt dat deze zaak inderdaad in een zo snel
mogelijk tempo haar beslag moet krijgen. De vertraging is begonnen in de
periode tussen 13 september 1965 en 26 mei 1.1., een zeer lange periode voor
het uitbrengen van een betrekkelijk summier rapport. Toen dat rapport bin-
nen was is enkele dagen later aan architect Stevens opdracht gegeven om
een definitief verbeteringsplan te ontwerpen. Dit viel in de vakantietijd.
De architect heeft na de vakantie een tweetal plannen ingediend. Burge-
meester en wethouders hebben daar meer of min een keuze uit gedaan, het-
geen iets te sterk is uitgedrukt, want burgemeester en wethouders hebben
summier de merites van beide plannen, voor zover zij die konden beoorde-
len, bezien. De plannen zijn doorgestuurd naar openbare werken met verzoek
zo spoedig mogelijk de plannen te beoordelen. Burgemeester en wethouders
verwachten een dezer dagen de plannen van openbare werken terug. Daarna
zal het college een beslissing moeten nemen welk van de twee plannen zal
worden uitgevoerd. De kosten zullen 3 4 ton gaan bedragen. Naar sprekers
gevoelen kan deze zaak in de vergadering van november haar beslag krij-
gen als het tenminste niet tegen zit en spreker hoopt te bevorderen dat het
niet tegen zit.
De heer Verkouw zegt in de vorige raadsvergadering deze vi-aag te heb-
ben gesteld en hij is het college dankbaar voor de voortvarendheid waar-
mede zij is beantwoord. Spreker heeft gedacht dat als deze voortvarendheid
met betrekking tot de zaak zelf eens betracht ware geweest, de verbetering
aan de huizen allang tot stand was gekomen. Want over deze zaak is in de
raad al in 1961, 1962 en 1963 gesproken. Spreker vindt het altijd vervelend
over dergelijke dingen na te kaarten. Nu rijksgoedkeuring nodig is, centrale
financiering, en bovendien allerlei andere projecten bestaan die om prioriteit
staan te dringen, moet spreker echter constateren hoe jammer het is dat de
goede tijd voorbij is gegaan. Hij kan niet anders doen dan bij het college er
op aandringen met dezelfde voortvarendheid waarmede sprekers vraag is
beantwoord, voort te gaan. Spreker ziet heel goed de grote moeilijkheden
die in het verschiet hggen. Wat dat betreft moeten we maar afwachten.
Maar als de plannen met voortvarendheid worden uitgewerkt, kunnen zij
als er op de kapitaalmarkt wat meer ruimte komt en de centrale financie-
ring wordt opgeheven, klaar zijn. Daarvoor zou spreker een beroep op het
college willen doen.
Mevr. Vriesendorp wil iets positiefs zeggen. Spreekster is blij dat in deze
huizen een kleine noodoplossing is tot stand gekomen, die echter niet door
de wethouder is genoemd. Er zijn n.l. wat houten schotjes op de meest ver-
rotte plaatsen aangebracht.
Wethouder Van Wijk kan alleen zeggen dat de hierop betrekking hebben-
de stukken naar het hem wil voorkomen, geen week op het raadhuis hebben
gelegen vöôr zij zijn doorgezonden naar diegenen die daar verder iets aan
moesten doen wat burgemeester en wethouders niet konden doen. Het heeft