SBnH
262
27 oktober 1966
Antwoord van burgemeester en wethouders.
Ad. l.Schriftelijke verzoeken van een gymnastiekvereniging en een mid-
delbare school om gebruik te mogen maken van de sportzaal in het politie-
bureau hebben ons college niet bereikt. Wel zijn dergelijke verzoeken
ter kennis gebracht aan de voorzitter van ons college.
Ad. 2. De burgemeester, die ingevolge artikel 3 van de Politiewet belast is
met de algemene leiding, de organisatie en het beheer van de gemeente-
politie, heeft daarop afwijzend beschikt, omdat de bedoelde zaal een integre-
rend deel uitmaakt van het politiebureau en gebruik daarvan door vereni-
gingen als bovenbedoeld tot ongewenste gevolgen zou kunnen leiden, ja,
onverenigbaar moet worden geacht met een goede uitoefening van de poli-
tiedienst.
Nog zij vermeld dat van een „sportzaal" in eigenlrjke zin geen sprake îs.
Daarvoor ontbreekt de accommodatie. (Slechts 2 douches in een open gar-
derobe-ruimte, geen aparte verkleedruimte en geen toestellen). Wel wordt
de zaal gebruikt voor de z.g.n. dienstsport van de politie maar voornamelijk
doet zij dienst als instructielokaal, ook voor de reserve politie en de Be-
scherming Bevolking.
Mevr. Vriesendorp zegt dat zij deze vragen heeft gesteld omdat zij over
deze zaak door de burgerij is benaderd en zij dit een zaak vond die de moeite
waard is om er eens in te duiken. Er bestaat in Heemstede een enorm tekort
aan sportaccommodatie althans voor de zaalsporten. De P.v.d.A. heeft in-
dertijd gestreefd naar de bouw van een sporthal teneinde dit tekort te kun-
nen wegwerken, maar dat plan is niet verwezenlijkt kunnen worden. Intus-
sen is het tekort blijven bestaan. Nu is er een mooie sportzaal in het nieuwe
politiebureau, een politiebureau waarvan de heer Zegwaart in 1961 zei: „het
lijkt wel een paleis van justitie; moet het allemaal zo duur." Hij heeft toen
tevens gevraagd of de burgerij niet mede zou kunnen profiteren van deze
prachtige zaal, omdat die zaal een aparte ingang heeft. De burgemeester
heeft toen zeer apert neen gezegd. Spreekster heeft in haar vragen gesteld
dat er verzoeken zijn binnengekomen om deze zaal te mogen gebruiken en nu
antwoordt de burgemeester dat er geen schriftelijke verzoeken zijn gedaan.
Spreekster wist het indertijd niet, men had haar gezegd van wel. Zij is deze
kwestie gaan napluizen en toen is het haar opgevallen dat de burgerij eigen-
lijk zo weinig weet van de wijze waarop de burgemeester en het college
te bereiken zijn. Hier is alweer een tekort aan voorlichting. Haar fractie
zal er bij de begrotingsbehandeling waarschijnlijk weer op hameren dat het
contact tussen het college, de raad en de burgerij beter moet worden. Zij
verwacht dat aan het einde van deze vergadering, wanneer er gesproken
zal worden over de bouw van het transformatorhuisje aan het J. Israels-
plein, hier ook weer op gehamerd zal worden. Het contact met de burgerij
kan beter en men vermijdt door een goed contact moeilijkheden. Men hoort
nu de vraag stellen of dergelijke verzoeken dan schriftelijk hadden moeten
zijn ingediend en hoe dat dan moet en aan wie gericht. Men weet niet eens
wanneer de raadsvergaderingen worden gehouden en men zegt nooit geweten
te hebben dat die openbaar zijn. Nu kan men zeggen dat dit wel heel dom is,
maar spreekster is toch van mening dat de mensen wegwijs moeten worden
gemaakt. Zij zal dan ook in december weer aandringen op het verwelkomen
van nieuwe burgers. Spreekster vermoedt dat de heer Verkouw precies het-
zelfde zal gaan doen.
Terugkomende op het gebruik van de sportzaal in het politiebureau zegt
spreekster te weten, dat een gymnastiekvereniging een mondeling verzoek
heeft gedaan en toen onmiddellijk ten antwoord kreeg, dat daar geen sprake
van was en toen heeft die vereniging eerhjk gezegd niet verder durven vra-
gen. Spreekster weet niet of de burgemeester een soort boeman in de ge-
meente is, maar het lijkt er dan wel op. Een school heeft een schriftelijk
verzoek aan de heer Hetterscheidt gedaan en dat verzoek heeft deze uiter-