143
4e afd.
24 november 1966
PRESENTIEGELDEN VOOR LEDEN VAN DE RAAD.
Heemstede, 4 november 1966.
Aan de Raad,
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland hebben bij hun besluit van 18
oktober j.l. nr 152 de normen welke worden aangehouden bij de beoorde-
ling van de vergoeding voor de raadsleden voor het bijwonen van raads-,
commissie- en afdelingsvergaderingen in dier voege herzien dat deze ver-
goeding in gemeenten met 20.000 t/m 49.999 inwoners ten hoogste op
30,per lid per vergadering mag worden gesteld.
Het presentiegeld voor het bijwonen van vergaderingen van Uw raad is
laatstelijk op 25 maart 1965, gerekend met ingang van 1 januari 1965,
vastgesteld op 25,per lid per vergadering; de vergoeding voor het
bijwonen van de commissie- en afdelingsvergaderingen is bij dat besluit
met ingang van diezelfde datum vastgesteld op 15,per vergadering.
Wij achten het alleszins redelijk dat, conform de richtlijnen van voor-
noemd college, het presentiegeld voor het bijwonen van de raadsvergade-
ring wordt bepaaid op 30,per lid per vergadering; de vergoeding voor
het bijwonen van de overige vergaderingen ware te verhogen tot /20
per lid per vergadering.
Wij geven U daarom in overweging Gedeputeerde Staten te verzoeken
met ingang van 1 januari 1967 de vergoeding voor het bijwonen van een
raadsvergadering vast te stellen op 30,— en die voor het bijwonen van
een commissie- of afdelingsvergadering op 20,
Een ontwerp-besluit bieden wij U daartoe aan.
De Raad der gemeente Heemstede;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 november j.l.;
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland te verzoeken het bedrag der ver-
goeding voor de leden van de Raad met ingang van 1 januari 1967 vast te
stellen op 30, per lid voor elke bijgewoonde raadsvergadering en op
20,per lid voor elke bijgewoonde commissie- of afdelingsvergadering.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
A. G. A. van Rappard.
De secretaris,
J. M. Kruitwagen.
BESLUIT:
De secretai
Heemstede, 24 november 1966.
De Raad voornoemd,
De voorzitter.