328
15 deeember 1966
deze democratische regels in zijn partij dan wel gewaarborgd acht en zo
ja, waarom, dan wel waarom hij desondanks blijft behoren bii een partii
welke deze regels niet in acht neemt.
Niet ieder jaar, doch zo nu en dan is een meer algemeen politiek praatje
in de raad naar mijn mening noodzakelijk, althans gewenst. Ik wil nu echter
snel overgaan naar een beschouwing over de begroting 1967, waarbij ik
nog enkele onderwerpen van meer aigemene aard ter spraké zou willen
brengen. Over de begroting zelf kan ik trouwens dit jaar vrij kort zijn,
want deze is weinig spectaculair. De gemeente wordt immers, zoals Uw
college dit ook zelf aanvoert, door de beperking in de investering van
hoger hand gedwongen een pas op de plaats te maken.
Wel geeft reden tot voldoening dat wij wederom kunnen werken met een
siuitende begroting, waarop een post van bijna f 300.000,voor onvoor-
ziene uitgaven paraisseert. Mede gezien mogelijke verdere ruimte in deze
begroting en de aanwezige saidi-reserve is de financiële toestand van
Heemstede gezond. Laten wij echter niet alleen tevreden zijn, doch ook
waakzaam blijven. Ten aanzien van deze nodige waakzaamheid wijs ik op
twee punten:
In de eerste plaats meen ik te mogen stellen, dat wij nu reeds van het
bedrag van f 200.000,onder de post onvoorziene uitgaven begroot voor
rente en afschrijving op kapitaalsuitgaven van meer dan f 5 000een
bedrag van ongeveer 127.000,— hebben afgesnoept door het in dé vorige
vergadering met aller instemming aangenomen besluit tot verdere ver-
nieuwing van de riolering etcetera.
In de tweede piaats hebben wij thans, zoals reeds gezegd, niet de gele-
genheid grote plannen te entameren, zodat de begroting een enigszins
gedwongen gunstig beeld geeft.
Het vorig jaar heb ik nogal uitvoerig gesproken over de agglomeratie-
problemen en de inter-gemeentelijke samenwerking. Ik ga dat niet weer
doen en ik begrijp, dat b.v. een bestuursvorm van de agglomeratie nog
niet is gevonden. Op dit punt heb ik nu slechts een heel bescheiden vraagje:
1S ,ecodeSe iemand speciaal belast met de agglomeratie-ontwikkeling
zoals dat m Haarlem het geval is en zo ja, wie is dat? Ik dacht dat het
nuttig was dat een uwer speciaal de hele problematiek daarover beheerde
Wel urgent is de samenwerking der gemeenten in agglomeratieverband
of hoe dan ook, ten aanzienvan de toegangsweg'en en doorgangswegen. Over
de toestand der wegen en over de onzekerheid betreffende nieuw aan te
leggen wegen maakt mijn fractie zich grote zorgen en dit punt is wel één
der allerbelangrijkste, welke Uw college de komende jaren op zijn weg
vindt. De onmogelijke toestand, dat zô veel verkeer zich door Heemstede
moet wringen kan toch niet lang meer duren. De weg van de Velsertunnel
naar de grote weg Amsterdam-Rotterdam moet de eerste opluchting
brengen. Maar hoe staat het met de noord-zuid verbindingen ten westen
en ten oosten van Heemstede? Over het tracé van de weg-de-Ranitz ver-
keert Uw college blijkens punt 11 van de memorie van antwoord op het
afdelingsverslag helaas nog in het onzekere. Is nog even onzeker of en
hoe de aansluiting tussen de westelijke randweg in Haarlem en de Schip-
holweg zal worden verkregen? En in kleiner verband: kan en wil Uw col-
lege zich met het gemeentebestuur van Haarlem verstaan over de
bestrating van de Haarlemse Fonteinlaan en Zuiderhoutlaan, welke vele
Heemstedenaren gedwongen moeten passeren alvorens op onze Heemsteedse
Dreef te worden ontvangen. Of vreest Uw college dan een reciprocerende
vraag over de toestand van de Zandvoortselaan
Een ander continu zorgenkind is de woningbouw. Wij zijn allen zozeer
vervuld van de noodzaak om woningwetwoningen te bouwen en van de
moeilijkheden, welke Uw college daarbij ondervindt, dat mijn fractie heden-
avond m het bijzonder de aandacht wil vestigen op de bouw in de vrije
sector. Wij zijn n.l. bevreesd, dat dit soort bouw, dat in goede tijden zo