15 deeember 1966 331 Uw aanbiedingsnota staat geheel in dit teken en dat is terecht. Met de urgentie van de eerste drie van de in de aanbiedingsnota genoemde kapi- taalwerken kunnen wij ons verenigen. Voor de overige wachten wij gaarne tot uw nadere voorstellen ons hebben bereikt. Wij achten namelijk inder- daad de genoemde centrale voorzieningen onder welke die voor water en gas en de riolering voor de bewoners der gemeente van primair belang. Zo- lang de uitvoering van meer kapitaalwerken wordt verhinderd komen daar- voor ook geen rente en afschrijving ten laste van de gewone dienst. Wel raken er kapitaalwerken uit het verieden afgeschreven zonder dat deze direct vervangen behoeven te worden. Ook dit geeft meer ruimte bij de gewone dienst. Dit houdt in dat de verleden jaar in de aanbiedingsnota geplaatste zin, dat aan verder strekkende maatregelen tot verhoging der inkomsten niet zal kunnen worden ontkomen, nu niet meer voorkomt. De belastingen worden dus voorlopig niet verhoogd. Dit verheugt ons, omdat wij menen dat verhoging van de belasting slechts dan verantwoord is, wanneer de noodzakelijke uitgaven dit eisen. Hoezeer men ook het tegendeel nastreeft, het is toch wel vaak zo, dat uit een krappe gemeenschappelijke beurs met meer overleg wordt uitgegeven dan uit een volle. Het geeft echter een gezonde indruk aan deze begroting, dat aan de inkomstenzijde in geval van nood nog bronnen kunnen worden aangeboord. Het valt op dat verreweg de meeste posten stijgen t.o.v. de vorige be- groting, direct en indirect wegens verhoging van de salarissen. De alge- mene loon- en salarisverhogingen zijn in zoverre slechts reëel d.w.z. wel- vaartsverhogend, als deze door productiviteitsstijging gedekt en niet door prijsstijging worden te niet gedaan. De productiviteit, dat is de verhouding tussen de geleverde prestatie en het daarvoor gebrachte offer, dient ver- beterd te worden, niet alleen in de industrie maar ook in het bestuurs- apparaat. Versta me niet verkeerd. Het gaat niet om harder maar om efficienter-doelmatiger werken. Het is ons aller belang; deze gedachte moet leven van hoog tot laag en moet om in leven te blijven ook worden uitge- dragen. Het doet mij bijzonder goed dat U in uw memorie van antwoord onder punt 13 blijk geeft aandacht aan deze efficiency-verbetering te besteden. Naast de diepte-investeringen schenkt U natuurlijk ook aandacht aan de andere factoren welke de productiviteit beïnvloeden. In dit verband spreek ik hier gaarne mijn erkentelijkheid uit voor de prettige wijze waar- op het publiek door de ambtenaren wordt ontvangen en te woord gestaan. Het is wellicht nuttig er op te wijzen, dat ook de ontvangst per telefoon speciaal bij de bedrijven mede het beeld dat de burger van zijn be- stuur opbouwt, bepaalt. Wanneer de telefoon na het begin van de werktijd nog een poosje niet wordt aangenomen geeft dat een negatieve indruk. Ik volg verder de aanbiedingsnota. Bij de kostenstijgingen is nominaal de grootste stijging t.o.v. de vorige begroting de stijging van het nadelig saldo van de begroting voor Sociale Zorg en Maatschappelijk Werk met f 322.600,dat is ruim 35 Met deze stijging is dit nu de grootste begrotingspost geworden, groter dan die van het algemeen beheer, die van Openbare Werken en nu zelfs die voor het complete onderwijs. Met grote bezorgdheid sta ik stil bij deze verschuiving. Bij het opmaken van deze begroting is bepaald niet gerekend op een conjuncturele crisis in Heem- stede. Integendeel. Op een hoogtepunt van de welvaart zal reeds ruim 1,2 miljoen nodig zijn voor sociale zorg. Welk bedrag gaat dit worden als de conjunctuur daalt, en er slechte tijden komen. Naar de netto kosten betaalt elke burger f 46,55 per jaar, bruto wordt dit bijna het dubbele voor dit werk. Wanneer nu al 20 van het bedrag, dat voor ons verzorgingspeil nodig is, voor sociale zorg etc. gebruikt wordt zie ik niet goed, hoe het verzorgingspeii en de sociale bijstand samen gehandhaafd kunnen worden, als er ook maar iets ongunstiger tijden aanbreken. Het gevaar van mis- bruik van de nieuwe wet wordt groter, naarmate dit niet van begin af aan

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1966 | | pagina 13