354 15 december 1966 der goede verhouding tussen de voorzitter en de raad. De heer Rutgers heeft daarbij de hoop uitgesproken, dat in het komende jaar veel tot stand zal kunnen worden gebracht in eendrachtige samenwerking, en de heer Verkouw heeft gezegd, dat men het op essentiële punten soms niet met elkaar eens kan zijn, maar heeft toch gepleit voor herstel van de goede verhoudingen. Het meest hebben spreker de eenvoudige woorden van de heer Willemse getroffen, die, zoals wij van hem gewend zijn, ook echt gemeend waren. Die woorden hebben spreker zeer goed gedaan. Men zou het voorgevallene kunnen vergelijken met een storm, die hoge golven heeft doen opwaaien. Als de wind is afgenomen blijven de golven echter nog een heie tijd in beroering. Spreker gelooft niet dat het vanzelfspre- kend is dat men na zo'n storm maar weér gewoon doet of alles pais en vree is. Natuurlijk spreekt het vanzelf dat spreker, als voorzitter van de raad, al het mogelijke zal doen om een goede samenwerking te bevorde- ren. De raad moet zich echter realiseren, evenals spreker zich dat reali- seert, dat de raad, staande aan het hoofd van de gemeentelijke huishou- ding, eigen taken heeft. De burgemeester is voorzitter van de raad en maakt deel uit van het college van burgemeester en wethouders als or- gaan van zelfbestuur. Dit college is collegiaal verantwoording schuldig aan de raad voor het beleid ten aanzien van de huishouding van de ge- meente. Daarnaast is de burgemeester een afzonderlijk bestuursorgaan. Als zodanig heeft hij een eigen taak, waar de raad zich, onder de huidige wetgeving, niet mee heeft te bemoeien. Het lijkt spreker goed dat de raad zich dat realiseert, teneinde conflicten als er zijn geweest in de toe- komst te voorkomen. Dat wil niet zeggen dat spreker niet bereid is en dat is altijd zijn taktiek geweest in de 17 jaren dat hij burgemeester van deze gemeente is om alles in de raad te bespreken, maar wanneer men ergens te gast is, dan moet men zich niet gedragen alsof men dat niet is en doen of men heer en meester is. De persoonlijke verhoudingen spe- len natuurlijk altijd een rol, maar de raad heeft spreker gekregen als bur- gemeester en omgekeerd spreker de raad. De raad en spreker hebben één doel n.l. het zo goed mogelijk besturen van deze gemeente. Misschien zou de raad het liefst een burgemeester hebben die een charmante figuur is en nooit eens van zich afbijt, maar spreker zou het ook niet prettig vinden als de raadsleden allemaal onbetekenende figuren waren. Het is in de 17 jaar dat spreker in Heemstede burgemeester is, helemaal niet zo slecht gegaan. Maar dat het pijn doet als op een zeker ogenblik het spel niet goed wordt gespeeld of niet eerlijk of niet juist, moet de raad ook kun- nen begrijpen. De heer Willemse wil beginnen met het laatste door de burgemeester besproken punt, hoewel dat volgens spreker niet het gemakkelijkste punt is. Spreker meent dat hij aan hetgeen hij daarover in zijn algemene beschouwing heeft gezegd, niet zoveel heeft toe te voegen. Hij gelooft dat de voorzitter hem heeft begrepen en dat vindt hij al een enorm voor- naam punt. De burgemeester heeft gesproken over een storm die wat is gaan liggen, welke echter heel grote golven heeft doen opwaaien welke nu nog moeten wegebben. Bij hoge golven kan olie de positieve werking hebben dat de golven wat bedaren. De portée van het laatste deel van sprekers algemene beschouwing is geweest, wat olie op de golven te gie- ten. Spreker gelooft niet dat het goed is, en hij heeft er ook geen be- hoefte aan, in een of andere vorm in te gaan op de geschillen die de gol- ven hebben veroorzaakt. Spreker zou het bijzonder op prijs stellen als weer spoedig in de vertrouwelijke sfeer zou kunnen worden gewerkt, zoals dat 17 jaar lang het geval is geweest. Wat de bevordering van de burgerzin betreft heeft spreker al laten uit- komen, dat hij blij is met het positieve geluid dat burgemeester en wet- houders in hun antwoord op de gestelde vraag hebben laten doorklin-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1966 | | pagina 36