15 december 1966 ^57
io K V P -fractie in de Tweede Kamer. Daar kon hij wel eens
e-eldk in hebben en spreker vindt dat ook helemaal niet erg. Hetzou toc
maar "en vreem" zaak zijn als men, lid van een pohtieke part. ^nd
m de gemeenteraad niet achter het programma yan de eigen part j zou
heeft gezeed dat die vergelijking volkomen mank gaat. Spreker
Snreker eelooft niet dat dat waar îs. Hij heeft zich al afgevraaga ien
spreker denkt dat dât nog wel zal meevallen.
•n hmr R„top« heeft verder nog gesproken over de bouw m de vnje
seSor Aanhatonde op wat spreker daarover zojuist heeft gezegd zegt
spreker, dat zijn partij de bouw in de vr«® XmÄog nooit
re woningen.
ne heer Rutirers zegt dat de heer Willemse in zoverre zijn illustere
voorean°-er heeft gevolgd dat hij een economisch verhaal heeft gehouden,
dat snrârer bhzonder |eapprecieerd heeft en ook bijzonder goed vond.
Snreker complimenteert de heer Willemse trouwens toch metzijn eerste
algemene beschouwing. Het is naar sprekers idee wel opmerkelijk dat mm
of nmer algemene politieke beschouwingen alleen worden gehouckn door
de heer Vefkouw en spreker. Spreker vindt dat typerend, met omdat :zj
daarvoor misschien de personen zijn, rnaar omdat de partijen
zii voortkomen het normaal doet zijn, dat zij ook m de gemeenteraaa
de Dolitiek als een hoog goed, als de achtergrond waar vanuit zij
naar voren schuiven om van daaruit hun beschouwingen te houden. Sp
kermeent datdaaruit blijkt, dat de P.v.d.A. en de V.V.D. echte pohtieke
partijen zijn en dat de andere partijen, gegrond op een ^^uick te for-
vensbeschouwing nog altijd moeite hebben dat naar
meren Dât bedoelde spreker toen hij de heer Willemse zei, dat naa
sjmekers mening de fractie van de K.V.P. eenafspmgemgrsvan deK.V.P,
frartie in de Kamer. Dat gaat politiek gezien van lmks naar recnts e
terug. Daarorn heeft spreker zich verstout de veronderstelling te maken,
dat de K V P -fractie, voordat zij tot een officiële besluitvorming
eerst wel een apart politiek parlementje moet beleggen, waarbij spreker
heïaas nooit b/kanfijn, hoewel hij het interessant zou vmden om dat
Voorndf resfz ijn dfheer Willemse en spreker het wel eens. Spreker
vippft van ziin kant de woningwetbouw ook naar voren geschoven. j
£3 alleen aan de hand v„ ÏÏl™
burgemeester en wethouders hebben gekregen, nog eens belicht, dat de
vrije bouw ook niet vergeten moet worden. Spreker komt daar nog ev
od terug als hij de wethouder van openbare werken beantwoordt.
De hfer Enichedé heeft op de voorgrond gesteld de dwang die de ge-
meente van overheidswege bij het uitvoeren yan kapitea
vindt. Spreker is het daar volledvg mee eens. Hij m°et ^elaas tere
dat de gemeenten telkens een stapje terug moeten doen. Het was aan