358
15 december 1966
vankelijk zo dat de gemeentebesturen hun inkomsten en uitgaven zelf be-
paalden. De inkomsten komen nu voor een zeer groot deel van het Rijk.
De gemeenten veehten nog wel voor een eigen belastinggebied, maar dat
gebied zal zeer klein zijn. Het bepalen van het uitgavenbeleid, dus hoe
de gemeenten het geld dat zij van hogerhand krijgen zullen uitgeven,
wordt nu ook weer beperkt. Het wordt dan een moeilijke zaak om een
beleid op lange termijn te voeren en de mate van prioriteit van de ver-
schillende kapitaalswerken te bepalen, want op een gegeven moment gaat
als de prioriteit is vastgesteld, een laag geklassificeerd werk plotseling
voor, doordat daarvoor vergunning van overheidswege wordt verkregen.
Dat is voor de raad een ongelukkige zaak. Desondanks zal de raad met
die prioriteiten moeten blijven werken.
Spreker heeft bijzonder goed proberen te luisteren naar de uiteenzet-
ting over het bouwbeleid van de heer Enschedé. Dat was een heel lange
uiteenzetting, waarvan spreker meent dat het moeilijk is daarop direct te
antwoorden omdat zij zöveel punten aangeeft en ook vaak maar aanstipt,
dat een goed debat daarover nû onmogelijk is. Spreker zou het op prijs
stellen wanneer de raad, misschien morgen al, dat deel van de redevoering
van de heer Enschedé op schrift zou kunnen krijgen opdat daar morgen
misschien iets zinnigs over kan worden gezegd. Misschien dat het nodig
zal zijn over de genoemde punten een nota van burgemeester en wethou-
ders te vragen om dan, aan de hand van die nota, de discussie op een latere
datum voort te zetten. Spreker zou graag met de raad en het college wil-
len zoeken naar een juiste behandeling van deze toch ook voor een deel
nieuwe punten.
Spreker verkeert alweer in de ongelukkige omstandigheid dat de heer
Verkouw het laatst aan het woord is. Daarom kan spreker op dit ogen-
blik niet veel zeggen over wat de heer Verkouw straks tegen hem gaat
zeggen. Spreker zou alleen willen zeggen, dat hij het met de heer Ver-
kouw vaak eens is over uitgangspunten. Zo is het uitgangspunt van de
heer Verkouw, dat de landspolitiek gegolden heeft bij de stemming voor
de gemeenteraden, juist. Dat heeft spreker ook gezegd. Alleen heeft hij
daar geen bezwaar tegen gehad omdat hij meent, gelijk hij al betoogd heeft,
dat daarmee ook in de gemeenteraden de juiste samenstelling was ver-
kregen. Spreker is het met de heren Verkouw en Willemse eens dat de
raadsfracties niet een heel andere politiek kunnen voeren dan die welke
partijgenoten in andere vertegenwoordigende lichamen voeren, gelukkig
trouwens, want anders zou de politiek helemaal onoverzichtelijk worden.
Spreker doelde in zijn betoog op het voeren van een zelfde soort pohtiek.
Spreker is het met de heer Verkouw eens maar daar komt hij morgen
bij een bepaald punt misschien op terug dat de kleine partijen, door
versnippering van krachten, er nauwelijks aan kunnen meewerken een
positiev'e bijdrage te leveren om aan de landspolitiek een bepaalde koers
te geven. Spreker meent dat het te ver zou gaan om hierover nu te dis-
cussiëren.
Spreker moet wel even reageren op het feit dat de heer Verkouw nog
altijd geporteerd is voor een rapport van de verkeersdeskundige, de heer
Goudappel. Spreker heeft het vorige jaar ook wel iets voor die gedachte
gevoeld en hij voelt er nog wel iets voor, maar hij moet toch zeggen dat
hij ook wel iets voelt voor de argumenten van de voorzitter, die zegt, dat
als men iets wil vragen men eerst moet weten wât men wil vragen,
want om zomaar die meneer op te dragen zijn licht te laten schijnen over
het verkeer in Heemstede, is niet juist. De verkeersproblemen bestaan
o.a. uit de doorstroming van het doorgaande verkeer. Daar is de gehele
agglomeratie bij betrokken. De gemeente Heemstede kan alleen op dit ge-
bied niets doen en dus kan de heer Goudappel geen advies geven. Verder
zijn er een paar moeilijke verkeersproblemen die echter misschien ook
wel in de verkeerscommissie voor een groot deel opgelost kunnen worden.