366 15 december 1966
kan de heer Enschedé nlet aan ontkomen. Voortkomende uit deze krinnen
begnjpt spreker hoe moeilijk dat voor de heer Enschedé is en hoe hij er
met hart en ziel aan vast wil houden, want hij wil deze dingen zichtbaar
maken in de wereld door te zeggen: hier zijn ze en het is te zien en het is
te tasten en te voelen. Spreker gelooft dat met een hergroepering van
confessionele partijen de politieke duidelijkheid in grote mate gediend
zou zijn. Maar nogmaals, spreker heeft begrip voor de moeilijkheden van
heer Enschedé. Hier speelt een geweldige traditie een rol. De vrucht
van het congres van de Volkskrant is geweest, dat men gaat zeggen-
,,wij gaan door, wij zijn bezig met deze dingen". Spreker wil professor
Altmg von Gesau aanhalen die voor de jonge katholieke werkgevers-
veremging in Maastricht heeft gezegd: „dat thans duidelijk is geworden
het nederlandse geconfessionaliseerde partijstelsel met zijn noodzaak
om zekere coalities aan te gaan, niet meer in staat is de democratische
ontwikkelmg naar behoren te bevorderen. Het is geen conflict tussen
rechts en lmks in de politiek, maar een achterhoedegevecht van een ver-
ouderd politiek bestel tegen de noodzaak dit bestel grondig te vernieu-
wen Krasse woorden, die ook natuurlijk in de K.V.P. allerlei deining
zullen hebben veroorzaakt. De partijraad van de K.V.P. is ergens bijeen
geweest om het samen eens te worden dat men het niet eens was. Spreker
wil er eeriijkheidshalve bij zeggen dat die dingen in zijn partij ook wel
voorkomen. Spreker zal er niet verder op doorgaan.
De heer Rutgers heeft sprekers fractie wel wat hard aangepakt door
zeggen, dat de P.v.d.A. in de raad de lijn van de landspolitiek van de
partij doortrekt en dat zij stemt voor de uitbreiding van het raadhuis
verhardmg van het parkeerterrein aan de Sportparklaan en voor dé
restauratie van het Oude Slot. De heer Rutgers zal zich wel herinneren
dat deze besluiten nooit tot stand waren gekomen sprekers partij is
nooit een grote fractie geweest als de meerderheid van de raad niet
had meegewerkt om deze zaken tot stand te brengen. Spreker dacht zelfs
en daar zouden de confessionele partijen zich dan weer op kunnen
beroepen dat er in de fractie van de heer Rutgers ook nog wel eens
verdeeldheid voorkomt.
Sprekers partij wil er echt geen rommeltje van maken. Als voorbeeld
wijst spreker op een van de laatste stukken van de minister van Econo-
mische Zaken nl. over „groei in structuur van de nederlandse economie"
Kernthema van de nota is: meer investeren, minder consumeren toene-
mende besparingen en beperking van de inflatie.
mi?e ll,e,6r ?ut?ers heeft noS gezegd dat sprekers partij voor alles tege-
hjk geld wil uitgeven, maar spreker dacht juist, dat er de laatste tijd
an verschillende kanten werd gezegd: laten we nu oppassen dat we geen
pamek gaan zaaien. Spreker citeert ir. Bosma, voorzitter van het Centraal
Werkgeversverbond: ,,Ik zie geen depressie voor de deur staan"; dr Hol-
trop: „Geen pamekstemming"; prof. Pen: „Headlines in onze dagbladen
fon" verwerPe drs- Beishuizen: „Laten we elkaar geen crisis aanpra-
ten Spreker zou er nog wel enkele kunnen voorlezen, maar dan wordt hii
helemaal breedsprakig. Het spijt hem wel dat het niet kan. Het zijn voor-
al de engelse economen die er zwaar het accent op leggen, dat het vaak
e. bölög^sche xnvloeden zijn die van grote invloed zijn op de econo-
mische ontwikkehng. Laten we dus oppassen dat we elkaar niet de crisis
aanpraten en geen pamek gaan zaaien.
Wat de hoogie van het rentepercentage betreft, wil spreker de heer
?rnS^8 wi0egeVei\ dat pr0f' Vondclin^ heeft Sezegd: ik geloof dat we
ijn. Het percentage was toen 6 Hij is er dus niet zover af geweest
Intussen zijn er bmnenlandse en buitenlandse invloeden geweest en op
i m,0ment i? het maximum, gezien de laatste staatslening, 7 Dat is
lnderdmr 1 hoger dan prof. Vondeling meende dat het maximum zou
zijn. Het is niet îets om ons over te verheugen maar ook niet iets om ons