15 december 1966 323 alleenstaanden nog geen plannen zijn ontworpen om deze groepen aan woonruimte te helpen. Toch ben ik van mening dat het groot nut heeft tot het stichten van een aantai kleine woningen zowel voor jonge echtparen als voor bejaarden, die nu een groter huis bewonen en wel bereid zijn een voor hen geschikte kleinere woonruimte te betrekken, over te gaan, omdat dit zal medehelpen de woningnood te verlichten doordat in belangrijke mate de doorstroming zal worden bevorderd. Gaarne wil ik hiervoor de bijzon- dere aandacht van Uw college vragen en U verzoeken eventueel bij het uitwerken van bestemmingsplannen hiermede reeds rekening te houden. Wanneer ik nu toch spreek over huizen en bestemmingsplannen dan denk ik tevens aan straten en het steeds toenemende verkeer. Het lijkt mij over- bodig de aandacht van Uw college te vragen om nieuwe straten zodanig breed aan te leggen, dat het nog steeds toenemende aantal auto's, welke nu eenmaal niet altijd rijden, doch ook in de straten geparkeerd worden, te kunnen bergen. In een aantal bestaande straten is het zeer moeilijk rij- den terwijl soms vrij brede trottoirs nog mogelijkheden bieden tot het aan- leggen van parkeerstroken. Wij vertrouwen er gaarne op dat burgemeester en wethouders hiervoor diligent zullen zijn. Veel zorgen baart ons ook de steeds wassende stroom auto's welke voor- al in de zomermaanden door onze gemeente haar weg kiest naar de kust- plaatsen. Het is teleursteilend dat nog steeds niet een beslissing is gevallen betreffende de aanleg van de zgn. weg de Ranitz. Wij vertrouwen erop dat waar mogeiijk, ook b.v. in het orgaan van intergemeentelijke samen- werking, dit probleem de grootst mogelijke aandacht zal krijgen. Kunnen burgemeester en wethouders mede in dit verband reeds nadere mededelingen doen betreffende het streekplan Zuid-Kennemerland Bij het doorbladeren van afdelingsverslagen van vorige jaren trof ik onder nr. 25 van het afdelingsverslag 1962 in het antwoord van het college van burge- meester en wethouders op deze vraag, welke gesteld was in het kader van uitbreidings- en streekplannen de passage aan, dat de binnen afzien- bare tijd in werking tredende wet op de ruimtelijke ordening tot andere gemeentelijke bestemmingsregeiingen aanleiding zou kunnen geven. Nu deze wet inmiddels in werking is getreden interesseert het ons bij- zonder of zij voor onze gemeente nog gevolgen heeft en zo ja welke. Met name hopen wij dat hierdoor het voeren van een actieve grondpolitiek niet zal worden afgeremd. De voor ons liggende begroting en het afdelingsverslag geven veel stof om over te spreken. Ik wil mij echter beperken en slechts een enkel onder- werp aanstippen. In de bij de aanbiedingsnota gevoegde staat van begroot verzorgingspeil valt wel bijzonder op de sterke stijging van de uitgaven op het hoofdstuk Sociale Zorg en Maatschappelijk Werk. Met het verlenen van deze zorg zijn telkenjare steeds grotere bedragen gemoeid, niettegenstaande wij momen- teel nog in een welvaartsperiode leven. Wanneer wij er echter rekening mee houden dat de huidige welvaart misschien in de komende jaren minder zal worden en wijst het aantal sluitingen van bedrijven, liquiditeits- moeilijkheden in andere bedrijven, verminderde export, moeilijkheden bij loononderhandeiingen enz. misschien reeds in deze richting dan kan deze stijging van uitkeringsbedragen ons wellicht met enige zorg vervullen, hoe- wel niets ons liever is dan het huidige verzorgingspeil in alle sectoren te kunnen handhaven. Over het onderwerp „bevordering van de burgerzin" is in vorige begro- tingszittingen uitvoerig gesproken. Hoewel het onze fractie teleursteit dat een plan voor het instellen van een Jeugdgemeenteraad niet is kunnen worden verwezenlijkt, verheugt het ons dat blijkens het antwoord op blz. 18 van het afdeiingsverslag, Uw college met een tweetal ideeën komt om nieuwe inwoners en jonge inge- zetenen meer belangstelling voor de gemeentelijke overheid bij te brengen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1966 | | pagina 5