400 16 december 1966 len kladden. Het enige argument van de heer de Ruiter dat spreekster heeft getroffen is, dat in het centraal stembureau slechts een klein deel van de m ons land bestaande politieke partijen is vertegenwoordigd en dat daarom van het centraal stembureau niet democratisch was om het omstreden advies te geven. De heer Seheer kan de eerste woorden van mevr. Cohen voliedig onder- schrijven. Het îs in het centraal stembureau even een peilen van gedachten geweest. Spreker neemt zelf het woord „advies", dat mevr. Cohen ge- bruikte, niet over. De leden van het centraal stembureau hebben niet ge- adviseerd, zij hebben aileen hun eigen mening geponeerd die zij wellicht ontleenden aan hun politieke relatie. De heer Bomans kan de redenering van de heer de Ruiter voor een deel wel volgen. Men moet echter niet vergeten dat die borden eigenlijk geen zin meer hebben voor de partijen omdat de communicatiemiddelen zozeer zijn veranderd. Ter staving van de juistheid van zijn zienswijze wijst spreker op hetgeen în Haarlem bij de laatste verkiezingen is gebleken. Daar werd de Boerenpa,rtij de derde partij ondanks dat zij nergens een biljet had ge- Pjakt Hieruit blijkt dat het plakken van biljetten geen invloed op de kiezers uitoerent. De Voorzitter wil toegeven dat de leden van het centraal stembureau daarm geen zitting hebben als vertegenwoordiger van een politieke partij waarvan zij lid zijn. Het antwoord van burgemeester en wethouders op vraag 25 îs dan ook op dit punt niet juist. De vraag is of in verband met het te verwachten aantal partijen dat aan e verkiezmgen zal deelnemen, het plaatsen van verkiezingsborden wel Jufhi W^*len geCOntIinueerd- BiJ de vorige verkiezingen is al gebleken dat de beschikbare ruimte op de bestaande borden onvoldoende was. Er zouden dus grotere borden dienen te worden gemaakt. Hiermede is een uitgave van f 3000 gemoeid. Omdat het nut van deze uitgave werd betwijfeld ziin de leden van het centraal stembureau gepolst over de vraag of zij prijs stelden op behoud van de verkiezingsborden. De toen naar voren gebrachte memngen hebben bijgedragen tot het voorstel van burgemeester en wethou- ders om geen nieuwe verkiezingsborden te plaatsen. Naar sprekers mening heeft de heer Bomans de kern van de zaak bloot- geiegd. De communicatiemiddelen zijn inderdaad volkomen veranderd Vroe- ger kladde men verkiezingsleuzen op de straten en vond men dat een prachtig communicatiemiddel, maar op het ogenblik krijgen de politieke partijen zendtijd voor radio en televisie. Spreker gelooft daarom dat het wer- kehjke effect van verkiezingsborden generlei is. Spreker zou mevr. Cohen graag de kans geven muren te bekladden want dat heeft spreker liever dan dat andere dingen worden beklad. Nu de noodzaak voor het plaatsen van de- ze borden niet meer aanwezig is en de kosten voor het vernieuwen van de borden f 3000 zullen bedragen spreker gelooft dat de salariskosten daar- m niet begrepen zijn meent spreker vernieuwing der borden te moeten ontraden. De heer De Ruiter zegt dat in alle politieke partijen een voortdurende îscussie gaande îs wat het effect is van de politieke propaganda. Het plaatsen van borden en het hangen van biljetten voor de ramen vormt een onderdeel van dit vraagstuk. Niettemin is spreker van oordeel dat men dat effect met kan meten. Als men wel verkiezingsbiljetten plakt heeft dat waarschijnlijk geen effect, maar de vraag moet gesteld worden wat het effect zal zijn als men geen biljetten plakt en dat kan men helaks slechts constateren als men het niet doet en dat risico acht sprekers fractie wat groot Spreker meent dat de heer Bomans, met zijn ook naar sprekers gevoel zeer steekhoudende opmerking, zichzelf toch wel het hardste raakt. Het zal een îeder wel bekend zijn, dat de politieke partijen die reeds ver-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1966 | | pagina 30