16 december 1966
401
tegenwoordigd zijn in de openbare lichamen, met name in de Tweede Kamer,
zendtijd krijgen toegewezen en dat de partijen die daar nog geen zitting in
hebben geen zendtijd krijgen. Dat houdt in dat bij de laatste verkiezingen
de heer Koekoek ruimschoots gelegenheid kreeg om boerenstemmen te win-
nen, maar de Noodraad zal die gelegenheid bij de komende verkiezingen in
geen geval krijgen.
Ook spreker zou graag terug naar de tijd van de plakploeg. Mevr. Cohen
en spreker begrijpen elkaar in dat opzicht volkomen. Spreker is wel van
mening dat als het college meent geen verkiezingsborden meer te moeten
plaatsen, het zijn verzet tegen plakploegen snel zal moeten intrekken.
De voorzitter gelooft dat er een klein misverstand is. De heer de Ruiter
gaat er van uit dat partijen die nog niet in de Kamer vertegenwoordigd
zijn, geen zendtijd krijgen. Dat is niet juist. Wanneer men als partij die
aan de verkiezingen deelneemt is ingeschreven, krijgt men zendtijd. Spreker
denkt wel dat nieuwe partijen minder zendtijd krijgen dan de grote partijen.
De heer Bomans zegt dat het lijkt of hij met het door hem gesprokene
tegen het belang van zijn partij pleit, maar spreker bezit een rijke ervaring
met betrekking tot het plakken op borden voor nieuwe partijen. Spreker kan
zeggen dat geplakte biljetten er de volgende dag weer af zijn. Ook daarom
ziet spreker geen nut in borden.
De voorzitter wijst er op dat het wel heel grote borden zullen moeten
zijn als er werkelijk zoveel partijen aan de verkiezingen zullen gaan deel-
nemen. Spreker vraagt of het niet mogelijk is nu eens een proef te nemen
met het niet plaatsen van borden. Het beste lijkt spreker, dat de partijen
hun leden aansporen raambiljetten op te hangen, die kunnen ook niet
worden afgerukt.
De heer De Ruiter zou het jammer vinden als een dergelijk element,
waaraan men in Heemstede gewend is geraakt, juist deze keer zou verdwij-
nen. Hij zou het experiment liever uitgevoerd zien bij een provinciale sta-
tenverkiezing. Naar sprekers gevoelen zullen de komende verkiezingen de
eerste verkiezingen sinds 1945 zijn die een boeiend karakter zullen krijgen.
Spreker wil daarmee niet zeggen dat de vorige verkiezingen niet boeiend
waren, maar deze zullen toch in hun politieke belang dat hoeft men
hem niet te bestrijden daar sterk boven uitgaan.
De voorzitter wil blijven bij hetgeen hij zojuist heeft gezegd ondanks het
pleidooi van de heer de Ruiter die zelfs spreekt van de boeiendste verkie-
zingen sinds 1945. Dat de heer de Ruiter verwacht dat deze verkiezingen
de spannendste zullen zijn houdt wel enigszins verband met zijn leeftijd.
De heer De Ruiter: ,,Toen mocht men nog optochten houden."
De raad, met uitzondering van de heer de Ruiter, kan zich vervolgens
eonformeren aan het voorstel van burgemeester en wethouders.
PUNT 26. Volgno. 02.290. Verbeteringen ten behoeve van het bureau van
stemopneming.
De heer Verkouw moet zeggen dat hij zich wel geamuseerd heeft met de
vrolijke noot in het antwoord van burgemeester en wetthouders, met name
wat de verstrekking van karnemelk betreft. Maar de gestelde vraag was
serieus bedoeld, in dien zin of het aantal leden van de stembureaux niet
zodanig kan worden uitgebreid, dat de mogelijkheid aanwezig is om bij
toerbeurt hetzij naar huis hetzij naar een restaurant in de omgeving te
gaan teneinde daar de maaltijd te gebruiken. Spreker spreekt helemaai
niet over de kwaliteit en de hoeveelheid van de eonsumpties die overdag
beschikbaar worden gesteld hij heeft daar alle lof voor, hij zou met heel
wat minder toe kunnen maar het verstrekken van consumpties zoals