428
16 december 1966
af of het nu niet mogelijk is daarin een ter goeder naam en faam bekend
staande makelaar te benoemen. Makelaars weten van de woonruimtepro-
blemen en alles wat daar omheen hangt, alles af en kunnen dus een zeer
zmvolle mbreng geven. Dit is helemaal geen noviteit, want spreker herinnert
zich nog dat m de vijftiger jaren een makelaar deei uitmaakte van die
commissxe en voor zover spreker bekend, daarin aitijd een zeer waardevolle
bijdrage heeft geleverd. Resumerende zou spreker dus willen vragen deze
gedachte nog eens in het college te bespreken.
Voorts zou spreker zeer nadrukkelijk een lans willen breken voor de al-
leenstaanden, voor de trouwlustigen, de jonge gezinnen en wat dies meer zij.
Deze categorieen zijn veelal aangewezen op een huurwoning. Spreker
vraagt zich af of het niet mogelijk is om b.v. bij de verdeling van een
wonmgwetcontingent een bepaald percentage te reserveren voor de trouw-
lustigen of voor de jonggehuwden. Door het feit dat deze categorieën zo
moeilijk kunnen starten, moet de woningnood inderdaad staatsvijand num-
me ,Ae-n°fmd worden- De woningnood geeft zeer ongezonde situaties
vermelt bij de betrokkenen vaak bepaalde idealen en daaraan zou het ge-
meentebestuur, als daar reëele mogelijkheden voor zijn, een gunstige wen-
•mf ,kl,lnnen geven: Spreker realiseert zich dat het huisvestingsbeleid uit-
eindehjk een zaak is die het college van burgemeester en wethouders re-
gardeert, maar hij hoopt dat burgemeester en wethouders het hem willen
vergeven dat hij hier zo uitvoerig* op is ingegaan.
De heer Scheer zegt dat zijn fractie gaarne de gedachten die de heer
Rucker heeft ontwikkeld steunt. In 1945 en onmiddellijk daarna was een
huisvestmgscommissie en een stringent huisvestingsbeleid noodzakelijk
Nu zijn echter de omstandigheden langzamerhand wel zo, dat een zekere
liberalisaüe in het huisvestingsbeleid kan worden toegepast. Spreker ge-
iîrnlk jlet woord liberalisatie in algemene zin, dus niet als lid van de
V.V.D.-fractie. Ook zijn fractie meent een lans te moeten breken, niet alleen
voor een soepeier toepassing van de normen voor de verdeling van de
woonruimte, maar ook voor een doorstroming in de adviescommissie. Het
coliege heeft de volle vrijheid de leden van de adviescommissie te benoemen
maar sprekers fractie meent wel te mogen vragen daarbij een zekere door^
strommg toe te passen. Spreker wil niet bepaald een lans breken voor het
benoemen van een makelaar of makelaars, maar het lijkt hem wel gewenst
dat mensen met hedendaagse denkbeelden in de adviescommissie zitting
De beer WUlemse is het in grote lijnen met de heer Rücker eens, vooral
waar hij een lans breekt voor de jonge mensen die nog moeten beginnen.
Spreker îs het echter niet eens met dat deel van diens betoog waar hij pleit
voor het benoemen van een makelaar in de adviescommissie, omdat spreker
dat wat griezelig vindt. Spreker zou er voor kunnen voelen een makelaar
een adviserende taak te geven als die mogelijkheid ergens kan 'worden ge-
schapen. Als leden van de adviescommissie moeten de meest objectieve
personen worden gekozen die er maar te vinden zijn. Iemand kan nog zo'n
mteger makelaar zijn, maar hij heeft de hele dag met de materie te maken.
Mevr. Cohen zegt dat haar fractie zich bij het laatste punt uit het be-
toog van de heer Willemse wil aansluiten. Spreekster wii nog even ingaan
op de zgn. liberalisatie van het huisvestingsbeleid. Het is haar opgevalien
dat alle raadsleden voor bepaalde groepen pleiten, de een voor alleen-
staanaen, de ander voor bejaarden, weer een ander voor jonge gezinnen
die net begmnen en voor de gezinnen met kinderen. Het is onmogeiiik om
te zeggen dat het voor de een erger is dan voor de ander. Dat alleen al
is voor spreekster het bewijs dat liberalisatie van het woonruimtebeleid nu
nog niet mogelijk is. Alle groepen hebben hun rechten. Het is een zware en
moeilijke taak voor het college om, als de raad altijd maar pleit voor een of