16 december 1966
445
dat zii daartoe rnet kimnen worden gedwongen. Als burgemeester en wet-
houders een goede enquête willen houden, heeft spreker weer een andere
nieuwe partij die daarvoor in het krijt treedt, n.l. de Volksreferendumpartr).
Als men een goede enquête wil houden zou men een volksstemmmg moe-
ten houden. Dan weet men niet alleen de mening van de winkeliers en de
bonden maar ook die van alle belanghebbenden en dan is spreker helemaal
niet zeker dat de meerderheid nee zou zeggen.
De voorzitter„Wie moeten er dan stemmen?
De heer Kutgers: „Iedereen."
De voorzitter„Dat moet u over 4 jaar in uw verkiezingsprogramma pro-
pageren. Dat is uitzonderlijk goed."
De heer Rutgers: „Ik wil alleen maar aantonen dat de gehouden enquête
nooit aanspraak kan maken op juistheid en volledigheid.
De voorzitter„Als het om een kleine meerderheid zou gaan zou ik u
misschien nog kunnen volgen, maar met dit grote verschil zeer zeker met."
Mevr. Cohen zegt dat er kort geleden een ongelooflijk goede televisie
uitzending is geweest over dit onderwerp, waarin de voorzitter of de vice-
voorzitter van de Consumentenbond vôör het instellen van een koopavond
pleitte en de voorzitter van de bond van winkelpersoneel „Mercurius" er
tegen pleitte. Spreekster wil dit alleen maar even vertellen omdat zij het
zo geweldig interessant vond. De argumenten van de voorzitter van de
Consumentenbond spraken haar erg aan. Hij zei, dat de wensen van het
publiek vöôr moesten gaan en dat voor iedere winkelier de keuze vrij îs
of hij aan een koopavond mee wil doen of niet en of hij dan een ploegen-
stelsel in zijn personeel wil instellen waardoor dit mogelijk wordt. Spreek-
ster moet zeggen dat zij toen van harte de zijde van de Consumentenbond
heeft gekozen.
De heer Willemse is, in tegenstelling met de heer Rutgers, van mening,
dat dit een probleem is met veel meer facetten dan de sigarettenautomaat.
Het valt spreker wat tegen dat de belangen van het winkelpersoneel nogal
achteraf worden geschoven. Uiteraard is het heel begrijpelijk dat de bon-
den van winkelbedienden fervente tegenstanders zijn van een koopavond.
Dit zou ergens de klok een eind terugdraaien zijn. Spreker kan zich voor-
stellen dat het voor bepaalde mensen moeilijk is overdag hun inkopen te
doen en dan nog dikwijls één bepaalde inkoop te doen. Spreker vindt het
onjuist dat men ter wille van een naar sprekers mening betrekkelijk kleme
groep van kopers, de winkelbedienden zou willen dwingen 's avonds te
werken, want daar komt het op neer. Het is niet alleen de eigenaar die
's avonds in zijn winkel kan gaan staan, maar hij zal de hulp van zijn
personeel nodig hebben en dan zullen deze bedienden gedwongen worden
's avonds te werken. Daarbij komt dat er onder de winkeliers maar een
gering percentage is wat hiervoor enige animo toont. Spreker is, zoals de
zaken op het ogenblik liggen, pertinent tegen het instellen van een koop-
avond.
Wethouder Corver neemt op het ogenblik nög geen standpunt in, maar
meent dat de discussie wel zuiver moet worden gehouden. Er zijn tientallen
bedrijven waar 's avonds en zelfs 's nachts gewerkt wordt. Het is dan een
heel merkwaardige zaak met betrekking tot het winkelpersoneel te spreken
van de kiok terugzetten. Duizenden mensen werken bij de Hoogovens
's avonds en 's nachts. Spreker denkt ook aan spoor- en tramwegpersoneel,
politie, enz. Dat kan toch ook allemaal! Als het winkelpersoneel zou moeten
roulerén is daar best iets op te vinden. Bovendien zullen de winkels niet âlle
avonden open moeten zijn. Het gaat om slechts één avond in de week en