33
4e afd.
23 februari 1967
VERKEERSLICHTENINSTALLATIE KRUISPUNT
HEEMSTEEDSE DREEF - LANCKHORSTLAAN - BACHLAAN.
Heemstede, 8 februari 1967.
Aan de Raad.
De verkeersveiligheid op het kruispunt Heemsteedse Dreef-Lanckhorst-
laan-Bachlaan is de laatste jaren steeds slechter geworden. Zoals u bekend
is heeft op dit kruispunt het verkeer uit noordelijke richting op de Heem-
steedse Dreef voorrang boven het verkeer dat uit de Lanekhorstlaan komt
en boven het verkeer dat van de Dreef linksaf deze laan wil inslaan. Hoewel
dit gelukkig nog niet tot veel ernstige ongevallen heeft geleid, wordt deze
voorrangsregel door zeer veel weggebruikers niet in acht genomen. De
intensiteit van het verkeer speelt hierbij uiteraard een grote rol.
Een tweede moeilijkheid is het feit dat de voetgangers, waaronder een
groot aantal schoolkinderen, onvoldoende tijd krijgen om tussen het drukke
verkeer op de Dreef over te steken.
Mede gelet op de te verwachten toeneming van het verkeer op dit punt
zijn wij dan ook na zorgvuldige overweging tot de conclusie gekomen dat
een andere regeling dringend gewenst is. Een mechanische regeling door
middel van een verkeerslichteninstallatie verdient hierbij de voorkeur; rege-
ling door een politie-ambtenaar is inefficiënt en indien dit door één man
geschiedt in feite ook onveilig.
Zoals de hoofdinspecteur van politie in zijn voor u ter inzage gelegde
rapport (met diverse bijlagen) heeft uiteengezet, is het gewenst een instal-
latie met een twee-fasen-afwikkeling te plaatsen, welke gekoppeld wordt
aan de installatie op het kruispunt Lanckhorstlaan-Bronsteeweg. Op het
onderhavige kruispunt zijri namelijk de volgende belangrijke verkeers-
stromen te onderscheiden:
a. het verkeer van de Lanckhorstlaan dat rechtsaf naar de Dreef wil en
omgekeerd;
b. het verkeer op de Dreef in de richtingen noord-zuid en zuid-oost en het
verkeer dat, komende uit noordelijke richting, rechtsaf de Lanckhorst-
laan wil inslaan.
Deze verkeersstromen kunnen met een twee-fasen-installatie worden ver-
werkt; fase 1 voor het sub a bedoelde verkeer en fase 2 voor het sub b
bedoelde. Bij fase 1 kunnen tevens de voetgangers op de Dreef oversteken
en bij fase 2 de voetgangers op de Lanckhorstlaan. Te hunnen behoeve
dienen zebra-oversteekplaatsen te worden aangelegd.
In vergelijking met genoemde verkeersstromen is het overige verkeer van
zeer ondergeschikte betekenis. Zou ook dit verkeer de gelegenheid blijven
houden het kruispunt te passeren (zoals het verkeer uit de Lanckhorstlaan
linsaf naar de Dreef en het verkeer van en naar de Bachlaan), dan zou de
fase-indeling uitgebreid moeten worden.
Dit zou zeer oneconomisch zijn en de grote verkeersstromen aanzienlijk
vertragen; bovendien zou dit tot moeilijkheden aanleiding geven in ver-
band met de andere verkeerslichteninstallaties op de Lanckhorstlaan en de
Zantvoortselaan.
De cônsequentie is derhalve dat het verkeer enige beperkingen moeten
worden opgelegd. Zo zal de Bachlaan afgesloten moeten worden.
De bewoners van deze laan en de omgeving ervan kunnen per auto de
Dreef bereiken via het Richard Holplein of de Cesar Francklaan.
Hetzelfde geldt voor wielrijders; desgewenst kunnen zij bij de hoek van de
Bachlaan en de Dreef ook even afstappen.
Voorts zal een linksaf-verbod moeten worden ingesteld voor verkeer uit