24 23 februari 1967 Mevr. Gaasterland vraagt zonder zich te wagen aan een beoordeling van het getoonde beeld, dat zij maar vluchtig heeft kunnen bekijken, en aan een beoordeling van de plaats waar het beeld zal komen te staan hoe het komt dat na 3 ontwerpen er nog geen geschikt beeld blijkt te zijn voor het politiebureau. Zij vraagt zich af op welke wijze het geven van een opdracht in zijn werk gaat. De voorzitter antwoordt op de vraag van de heer Bomans, dat oorspron- kelijk 2 beeldhouwers, waaronder de heer Verkade, zijn aangezocht om een ontwerp te maken van een beeld bestemd om bij het politiebureau te worden geplaatst. De twee ingediende ontwerpen waren naar de mening van het eollege voor dit doel niet geschikt. Bij de beoordeling van deze ont- werpen is ook de welstandscommissie ingeschakeld. Burgemeester en wet- houders hebben daama een nieuwe opdracht voor het maken van een beeld bij het politiebureau aan de heer Verkade verleend. Het ingediende ontwerp past naar hun oordeel echter op die plaats minder goed. Omdat vanuit de raad aandrang was uitgeoefend om ergens in de gemeente een beeld te doen plaatsen, meenden burgemeester en wethouders, nadat de welstandscommissie hierover was gehoord, dat het laatste ontwerp zeer wel op het Julianaplein zou kunnen worden geplaatst. In antwoord op de vraag van de heer de Ruiter zegt spreker, dat burgemeester en wethou- ders dus niet zijn uitgegaan van de gedachte dat het Julianaplein ver- siering nodig zou hebben. Het aanschaffen van een beeld is, zoals mevr. Cohen terecht heeft opge- merkt, niet noodzakelijk. Een beeld is echter een welkome demonstratie van kunst en kunst is nodig. Wat de vraag van de heer Rutgers inzake de wijze van voorbereiding van een opdracht betreft, zegt spreker, dat een dergelijke opdracht in het college wordt uitgewerkt waarbij de aandacht wordt gevestigd op jonge kunstenaars. Er waren banden met degene die de opdracht uiteindelijk heeft gekregen en met de andere die in deze gemeente woont. Spreker is blij dat het ontwerp de instemming van de raad kan weg- dragen. Het ontwerp is niet op ware grootte. Het beeld wordt in brons ge- goten. Burgemeester en wethouders hebben het vertrouwen dat dit beeld in het bijzonder het aanzien van het Julianaplein zal verlevendigen en een lust voor het oog zal blijken te zijn. De heer De Ruiter zegt, na de verdediging van mevr. Cohen en de duide- lijke toelichting van de voorzitter, met het voorstel akkoord te gaan. Het was eigenlijk alleen sprekers bedoeling en hij gelooft dat iedereen die bedoeling ook wel als juist zal erkennen dat men niet al te gemakkelijk bepaalde uitgaven toestaat zonder zich doelbewust te hebben afgevraagd of zij noodzakelijk zijn. Vandaar sprekers vraag naar de noodzakelijkheid van de versiering van dit deel van de gemeente. De voorzitter wil nog uiteenzetten dat een beeldhouwer voor een ont- werp een bepaald bedrag krijgt uitbetaald als daarop geen opdracht volgt. Volgt wel een opdracht dan wordt voor het ontwerp niets betaald. Wethouder Corver zegt dat het voor het eerst is dat de gemeenteraad angst heeft dat het college op dit terrein te gemakkelijk uitgaven zal doen. De heer Bomans zegt nog geen antwoord te hebben gehad op zijn vraag wat er nu gaat gebeuren met de opdracht voor een beeld bij het politie- bureau. De voorzitter antwoordt dat burgemeester en wethouders, achteraf be- schouwd, van oordeei zijn dat het voorterrein van het politiebureau nogal klein is en aan een te drukke weg ligt om daar rustig te kunnen wandelen. Eigenlijk hebben burgemeester en wethouders de gedachte aan een beeld bij het politiebureau laten varen. Bovendien heeft het gemeentebestuur met

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1967 | | pagina 6