4 Nadere eisen kunnen worden gesteld ten aanzien van de aanlegbreedte van
op staal gefundeerde wanden, indien de aard van de grondslag of de te ver-
wachten belasting dit nodig maakt.
5 Vrijstelling kan worden verleend van het bepaalde in lid 3 voor lichte bouw-
werken en dragende wanden met geringe belasting. 2
ARTIKEL 159 Vorstvrije aanleg furdering op staal
1 Een fundering op staal moet ten minste 60 cm beneden de hoogte van het
ter plaatse aansluitende terrein bij voltooiing van de bouw zijn aangelegd.
2 Vrijstelling kan worden verleend van het bepaalde in lid 1 voor:
a. bouwwerken van ondergeschikte betekenis; 3
b. binnenwanden.
ARTIKEL160 Peil bovenkant funderingshout
De bovenkant van het hout van funderingen van een bouwwerk moet ten
minste 20 cm zijn gelegen beneden de laagste grondwaterstand, welke tijdens 4
de vermoedelijke bestaansduur van het bouwwerk kan worden verwacht.
ARTIKEL161 Funderingpalen
1 De minimum lengte van en de toelaatbare belasting op funderingpalen worden
ten genoegen van het bouwtoezicht vastgesteld naar de uitkomsten van ten
genoegen van het bouwtoezicht uit te voeren sonderingen, grondboringen,
proefheiingen of in twijfelgevallen proefbelastingen en/of andere onderzoe-
kingen naar de aard en het draagvermogen van de bodem.
2 Houten heipalen dienen aan de punt een omtrek te hebben van ten minste
40 cm. Voor palen ter lengte van 7 m en meer dient de omtrek, gemeten op
50 cm van de kop, ten minste 75 cm te bedragen; voor palen korter dan 7 m
ten minste 50 cm.
ARTIKEL 162 Bodemafsluiting
1 Indien de laagste vloer van een gebouw tevens de vloer is van een voor het
verblijf van mensen bestemde ruimte en het dragende deel van deze vloer niet