711 r
Constructie van bouwwerken
bezitten, indien zij worden opgetrokken overeenkomstig de bepalingen van
de artikelen 171 t/m 173.
Nadere e/sen kunnen ten aanzien van tot bewoning bestemde gebouwen wor-
den gesteld met betrekking tot;
a. de warmte-isolatie, de geluidisolatie en het vochtwerend vermogen van
wanden en kolommen in verband met de ligging van het gebouw ten opzichte
van andere gebouwen, dan wel van een tot bewoning bestemd gedeelte ten
opzichte van andere ruimten in een zelfde gebouw, indien dit mede voor
andere doeleinden dan bewoning is bestemd;
b. de warmte- en geluidisolatie van wanden en kolommen binnen een gebouw,
voor zover deze wanden en kolommen woningen begrenzen, die niet alle
elementen, welke in artikel 62, onder a t/m e, zijn verlangd, bevatten;
c. het beperken van flankerende geluidoverdracht, als bedoeld in NEN 1070,
uitgave 1962, door wanden en kolommen;
d. het regenwerend vermogen van buitenwanden, die in sterke mate aan
regenslag onderhevig zullen zijn, voor zover deze wanden niet geheel bestaan
uit metselwerk in baksteen of kalkzandsteen;
e. de warmte-isolatie en het regenwerend vermogen van wanden, die tijdelijk
als buitenwanden dienst doen.
ARTIKEL166 Warmte- en geluidisolatie en regenwerend vermogen van voor het ver-
blijt van mensen bestemde gebouwen, andere dan tot bewoning be-
stemde gebouwen
Nadere eisen kunnen worden gesteld met betrekking tot de warmte- en geluid-
isolatie, het regenwerend en het vochtwerend vermogen van wanden en ko-
lommen van voor het verblijf van mensen bestemde gebouwen, andere dan tot
bewoning bestemde gebouwen.
ARTIKEL 167 Fundamentmuren en fundamenten van kolommen
Nadere eisen kunnen worden gesteld ten aanzien van:
a. dikte van fundamentmuren en fundamenten van kolommen, indien die fun-
damentmuren of fundamenten een buitengewone hoogte hebben;
99