b. dikte van fundamentmuren en fundamenten van kolommen, indien op die fundamentmuren of fundamenten zijdelingse druk wordt uitgeoefend; c. waterdichtheid van fundamentmuren en fundamenten van kolommen, voor zover die fundamentmuren of fundamenten door vloeren gaan, waaraan'eisen van waterdichtheid zijn gesteld. ARTIKEL168 Keidermuren 1 Keldermuren moeten waterdicht zijn. 2 Vrijstellmg kan worden verleend van het bepaalde in lid 1 indien de hoedanig- heid van de bodem en de grondwaterstand zulks wettigen. ARTIKEL 169 Bescherming van wanden tegen optrekkend en opspattend vocht 1 ln met de grond of water in aanraking komende wanden of kolommen van gebouwen moet een laag aanwezig zijn, die voorkomt dat vocht doordringt 3 tot het boven de grond of het water gelegen deel van de wand of de kolom. 2 In wanden of kolommen, die aan regen zijn blootgesteld, moet de in lid 1 be- doelde laag bestaan uit een trasraam, dat: a. ten minste 60 cm hoog is; b. met zijn bovenkant reikt tot ten minste 25 cm boven de in of krachtens deze verordening voorgeschreven hoogte van het aan de wand grenzende terrein; c. met zijn bovenkant reikt tot boven de aan de binnenzijde van de wand aan- wezige grondslag; 4 d. met zijn onderkant reikt tot ten minste 25 cm beneden de onderkant van de laagste vloer, welke boven het aan de wand grenzende terrein is gelegen. ARTIKEL 170 Openingen in wanden Openingen, holten, inkassingen, nissen, kanalen, sleuven en dergelijke in wan- den mogen niet aanwezig zijn, tenzij de hoedanigheden van de wand, nodig voor het vervullen van zijn functies, gewaarborgd blijven. 100

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1967 | | pagina 110