Constructie van bouwwerken a. de brandveiligheid en de gasdichtheid van vloeren of plafonds boven niet tot bewoning bestemde delen van die gebouwen; b. de brandveiligheid van vloeren of plafonds, die de scheiding vormen tussen woonruimten, welke niet alle ruimten die in artikel 62, lid 1 onder a t/m e, zijn verlangd, bevatten: c. de brandveiligheid van vloeren van niet besloten ruimten boven besloten ruimten, die naar de aard van hun bestemming een hoge vuurbelasting kunnen hebben; d. de weerstand tegen mechanische beschadiging van de onderzijde van vloeren of van plafonds, indien aan deze vloeren of plafonds eisen van brand- werendheid of gasdichtheid zijn gesteld. ARTIKEL177 Brandveiligheid en gasdichtheid van vloeren of plafonds van niet tot bewoning bestemde gebouwen 1 Vloeren van niet tot bewoning bestemde gebouwen moeten ten aanzien van de brandveiligheid de in tabel 8 genoemde eigenschappen bezitten. Niet van toepassing is voorgaande bepaling op vlieringvloeren. 2 Bij de beoordeling van de in dit artikel genoemde eigenschappen mogen pla- fonds en dekvloeren worden medegerekend. 3 Nadere eisen kunnen worden gesteld met betrekking tot: a. de brandveiligheid van vloeren of plafonds, die de onder- of bovenbegren- zing vormen van ruimten, die bijzondere voorzieningen tegen brand behoeven; b. de brandveiligheid van vloeren van niet besloten ruimten boven besloten ruimten, die naar de aard van hun bestemming een hoge vuurbelasting kunnen hebben; c. de brandveiligheid en gasdichtheid van vloeren of plafonds van niet toi bewoning bestemde delen van gebouwen, indien die gebouwen mede tot bewoning bestemde delen bevatten. 4 Vrijstelling kan worden verleend van de in lid 1 gestelde eis van brandveilig- heid van vloeren van niet tot bewoning bestemde bouwwerken, indien daar- tegen in verband met ligging, bestemming en afmetingen van het gebouw geen bezwaar bestaat. Zie blz. 168—169. 107

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1967 | | pagina 117