Constructie van bouwwerken ARTIKEL180 Keldervloeren 1 Keldervloeren moeten waterdicht zijn, indien zij in aanraking komen met de grond of met water. 2 Vrijstelling kan worden verleend van het bepaalde in lid 1, indien de hoedanig- heid van de bodem en de grondwaterstand zulks wettigen. ARTIKEL 181 Brandveiligheid van liggers 1 Behoudens het bepaalde in lid 2 moeten liggers, welke een wand of vloer ondersteunen of daarvan deel uitmaken, voldoen aan dezelfde eisen van brandveiligheid waaraan de wand of vloer ingevolge de artikelen 163, 164, 176 of 177 moet voldoen. 2 Liggers, deel uitmakende van de hoofddraagconstructie van een gebouw, moe- ten zijn samengesteld van onbrandbaar materiaal en indien voorkomend in een gebouw, waarin: a. geen verdiepingvloer, met uitzondering van de vloer van een bergzolder, meer dan 12,5 m boven peil ligt, een brandwerendheid bezitten van ten minste 60 minuten; b. enige verdiepingvloer, met uitzondering van de vloer van een bergzolder, meer dan 12,5 m boven peil ligt, een brandwerendheid bezitten van ten minste 120 minuten. 3 Liggers, niet vallende onder de leden 1 en 2, moeten een brandwerendheid van ten minste 30 minuten bezitten. 4 Vrijsteiling kan worden verleend van het bepaalde in de leden 1, 2 en 3 voor liggers in niet tot bewoning bestemde bouwwerken, indien daartegen in ver- band met ligging, bestemming en afmetingen van het bouwwerk geen bezwaar bestaat. ARTiKEL 182 Oplegging van vloeren en liggers 1 De oplegging van vloeren en liggers moet zodanig zijn, dat de opiegdruk de toelaatbare waarde niet overschrijdt en dat geen gevaar van afschuiving van de vloer of de iigger van zijn oplegging bestaat. 109

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1967 | | pagina 119