Constructie van bouwwerken
ARTIKEL 185 Afmetingen van houten vloeren
1 De dikte van een vloer van Europees naaldhout op een balk- of riblaag met
een balk- of ribafstand van 75 cm hart op hart of minder, moet ten minste
21 mm blijvende maat bedragen. Voor vloeren van vlieringen en dergelijke
ondergeschikte ruimten is bij de vorengenoemde balk- of ribafstand een dikte
van ten minste 17 mm blijvende maat toegelaten.
2 De planken van een houten vloer dienen doeltreffend aan elkaar te sluiten.
3 Vrijstelling kan worden verleend van het bepaalde in lid 1 bij de toepassing
van andere dan de vanouds gebruikelijke houten vloerconstructies, indien
kan worden aangetoond, dat de afmetingen voldoende zijn en met dien ver-
stande, dat de dikte van een vloer van Europees naaldhout in geen geval min-
der mag bedragen dan 17 mm blijvende maat.
ARTIKEL186 Plafonds
1 Plafonds, die een brandwerende functie moeten hebben, moeten doorlopen
boven wanden, die ter hoogte van het plafond een geringere brandwerendheid
dan het plafond bezitten en daar niet geheel uit onbrandbaar materiaal bestaan.
2 Tussen vloeren en daaronder gelegen plafonds, alsmede in holten in de vloer-
constructie mogen slechts onbrandbare stoffen aanwezig zijn.
3 Andere dan in lid 1 genoemde plafonds mogen, in voor het verblijf van men-
sen bestemde gebouwen, niet geheel of gedeeltelijk bestaan uit materiaal dat
bij brand sterke rookontwikkeling of roetvorming veroorzaakt.
Paragraaf 5: Daken, dakbedekkingen en dakgoten
ARTIKEL 187 Brandwerendheid van daken
Nadere eisen kunnen worden gesteld ten aanzien van de brandwerendheid,
gerekend van binnen naar buiten, van daken en dakconstructies van gebouwen,
indien:
a. ligging en bestemming van het gebouw daartoe aanleiding geven;
b. het gebouw direct onder het dak ruimten bevat, die naar de aard van hun
bestemming een hoge vuurbelasting kunnen hebben;
c. het dak grenst aan een hoger opgaand deel van hetzelfde of van een
ander gebouw.
111