ARTIKEL 201 Brandveiligheid en geluidisolerend vermogen van deuren en ramen in binnenwanden 1 ln wanden, die de scheiding vormen tussen een tot bewoning bestemd ge- deelte van een gebouw en een gemeenschappelijke gang of een gemeen- schappelijk trappehuis, moeten deuren en ramen en hun kozijnen een brand- werendheid van ten minste 20 minuten bezitten. Ramen in deze wanden mogen niet beweegbaar zijn. Niet van toepassing zijn voorgaande bepalingen op kijkvensters van geringe afmetingen in deuren. 2 Nadere eisen kunnen worden gesteld ten aanzien van: a. de onbrandbaarheid en brandwerendheid van deuren en ramen in binnen- wanden daar, waar bijzondere bescherming tegen brandgevaar noodzakelijk is; b. het geluidisolerend vermogen van tot woningen behorende deuren en ramen in wanden gelegen aan gemeenschappelijke gangen of trappehuizen. ARTIKEL 202 Draairichting van deuren 1 Een deur, gelegen aan een gemeenschappelijke gang, galerij, gemeenschap- pelijk portaal of dergelijke ruimte en toegang gevend tot een niet gemeen- schappelijke ruimte in een gebouw of tot een lift, mag niet op een voor het verkeer hinderlijke wijze in die gemeenschappelijke ruimte kunnen draaien. 2 Deuren in vluchtwegen van gebouwen, waarin meer dan 50 personen aan- wezig plegen te zijn, moeten kunnen opendraaien in de vluchtrichting. 3 Deuren mogen zich in generlei stand boven een weg kunnen bevinden. 4 Vrijstelling kan worden verleend van het bepaalde in lid 3: a. voor nooddeuren; b. voor deuren van pakhuizen, mits de onderkant van deuren niet lager is gelegen dan 4,2 m boven een rijweg of boven een strook van 1,5 m breedte langs een rijweg, dan wel 2,2 m boven een voetpad, voor zover dit voetpad geen deel uitmaakt van vorengenoemde strook, mits de deuren afdoende zijn beveiligd tegen uitvallen of uitwaaien; c. voor niet onder a of b genoemde deuren, indien geen hinder voor de weggebruikers le duchten is. 116

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1967 | | pagina 126