125
Constructie van bouwwerken
slepingen noodzakelijk zijn mogen deze niet meer dan 30° van de verticaal
afwijken.
In gasafvoerkanalen mogen geen sterke knikken of korte bochten voorkomen.
2 Gasafvoerkanalen, die geen deel uitmaken van gecomblneerde gasafvoer-
kanalen, moeten over de gehele lengte zoveel mogelijk een zelfde doorsnede
hebben. Plotselinge vernauwingen of verwijdingen mogen er niet in voorkomen.
De doorsnede moet ten minste bedragen:
2,5 dm2 bij niet gladde uitvoering van de wanden;
1,5 dm2 bij gladde uitvoering van de wanden en niet ronde vorm van de door-
snede;
1,2 dm2 bij gladde uitvoering van de wanden en ronde vorm van de doorsnede
3 Hoofdkanalen en nevenkanalen van gecombineerde gasafvoerkanalen moeten
een verticaal verloop hebben.
Niet van toepassing is dit voorschrift op het gedeelte van het hoofdkanaal
boven de uitmonding van het bovenste nevenkanaal, mits de versleping geen
grotere afwijking dan 30° van de verticaal heeft.
4 In hoofd- en nevenkanalen van gecombineerde gasafvoerkanalen mogen geen
sterke knikken, korte bochten of plotselinge vernauwingen of verwijdingen
voorkomen.
De uitmonding van een nevenkanaal in een hoofdkanaal moet een vloeiend
verloop hebben.
5 Het hoofdkanaal van gecombineerde gasafvoerkanalen moet direct boven de
uitmonding van een nevenkanaa! een doorsnede hebben van ten minste n dm2,
met een minimum van 2,5 dm2. Hierin is n het aantal nevenkanalen, dat be-
neden de beschouwde doorsnede in het hoofdkanaal uitmondt. Het hoofd-
kanaal mag nergens nauwer zijn dan een nevenkanaal. De doorsnede van het
deel van het hoofdkanaal, waarin zich een aansluitgelegenheid voor de af-
voergassen van een gastoestel bevindt, mag niet meer dan 2,5 dm2 bedrag»n.
6 De doorsnede van een nevenkanaal van gecombineerde gasafvoerkanalen
moet ten minste 1 dm2 en mag ten hoogste 2,5 dm2 bedragen.
7 Verloop en doorsnede van gasafvoerkanalen moeten zodanig zijn, dat een
bolvormig voorwerp met een middellijn van 8 cm door het gehele kanaal kan
worden bewogen.