Inleidende bepalingen
ARTIKEL 1 Begripsomschrijvingen
1 ln deze verordening en de krachtens deze verordening gestelde nadere rege-
len wordt verstaan onder:
afvoerleiding een leiding voor afvoer van hemel-, huishoud- en bedrijfs-
water en drekstoffen;
balkdragende (binnen- of buiten)wand een (blnnen- of buiten)wand die
uiteinden van balken, vloeren, bordessen of van dakconstruc-
ties draagt;
balksteunende (binnen)wand een (binnen)wand, waarop balken, vloeren,
bordessen of een dakconstructie anders dan met een uiteinde
rusten;
bestemmingsplan een bestemmingsplan als bedoeld in de Wet op de
Ruimtelijke Ordening;
bouwblok een terrein, dat geheel of grotendeels door bestaande of aan
te leggen wegen is of zal zijn ingesloten en dat aan ten minste
twee dier wegen mag zijn bebouwd;
bouwen het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of
veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
bouwtoezicht het in artikel 85 van de Woningwet bedoelde bouw- en
woningtoezicht;
bouwwerk elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of
ander materiaal, welke op de plaats van bestemming hetzij
direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of
indirect steun vindt in of op de grond;
brandwerendheid de eigenschap van een constructie om gedurende een
bepaalde tijd weerstand te bieden aan de verhittingsproef om-
schreven in NEN 1076, hoofdstuk D, uitgave 1963;
dienstwoning een woning in of bij een gebouw of op of bij een terrein,
kennelijk slechts bestemd voor (het gezin van) een persoon,
wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming of het feitelijk
gebruik van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is;