TABEL 6 Eigenschappen van vloeren van tot bewoning bestemde gebouwen met uitzoiten9ez'ns
12 3 4
soort van vloeren van tot bewoning bestemde brandveiligheid war
qebouwen 'n c
war
(In
ken
ultg
A. Vloeren van besloten ruimten, welke deel uitmaken van de onderbegrenzing vlw en ni
A1 vloeren van kamers (bijv.: vloeren van kamers geen eisen
in een onderhuis (souterrain), vloeren van ka-
mers op de begane grond, waaronder zich
geen kelder bevindt)
A2 overige vloeren (bijv.: souterrainvloeren, voor
zover geen keldervloeren en vloeren van keu-
kens, badruimten, gangen, portalen en berg-
ruimten, een en ander voor zoveel deel uitma-
kend van de laagste vloer van het gebouw)
geen eisen
gee
B. Vloeren van besloten ruimten, gelegen boven niet-besloten ruimten
B1 vloeren van kamers, keukens of badruimten brandwerendheid 60 min.
(bijv.: vloeren van kamers boven een doorrit of
onderdoorgang)
B2 overige vloeren (bijv.: vloeren van gangen of brandwerendheid 60 min.
bergplaatsen boven een doorrit of onderdoor- 1
gang) j
1) TenziJ artikel 176, lid 3, van toepassing is of nadere eisen worden gesteld op grond van artikel 176,1
2) TenziJ vrljstelling is verleend krachtens artikel 180, lid 2.