Bijzondere bepalingen ARTIKEL 261 Aanduiding van de maximale belasting van vloeren, trappen, bordessen en hijsinrichtingen Als nadere eis kan worden gesteld, dat de hoogst toelaatbare belasting van vloeren, trappen, bordessen en hijsinrichtingen van niet tot bewoning be- stemde bouwwerken in duidelijk leesbare, onuitwisbare opschriften op in het oog vallende plaatsen wordt aangegeven. ARTIKEL 262 Bouwen nabij hoogspanningslijnen 1 Binnen een afstand van 6 m van voor stroomgeleiding bestemde draden van bovengrondse hoogspanningslijnen mogen zich geen delen van andere bouw- werken dan die welke deel uitmaken van de hoogspanningslijn bevinden. Bij het bepalen van deze afstand moet rekening worden gehouden met het uitzwaaien der draden ten gevolge van loodrecht daarop gerichte wind en met rek van de draden door temperatuurstijging of door ijzelbelasting. Onder hoogspanningslijn wordt in dit artikel verstaan een lijn met een nomi- nale elektrische spanning van 500 volt of meer. 2 Vrijstelling kan worden verleend van het bepaalde in lid 1, voor wat de afstand van 6 m betreft, indien de elektrische spanning van de bovengrondse hoog- spanningslijn dat toelaat. ARTIKEL263 Nadere eisen aan gebouwen nabij monumenten Nadere eisen kunnen worden gesteld met betrekking tot de ligging en de afmetingen van ruimten van gebouwen, welke om historisch-esthetische motie- ven moeten aansluiten bij het karakter van bestaande bebouwing. ARTIKEL 264 Constructie van antennes 1 Antennes moeten voldoende sterk en stijf zijn en zo nodig voldoende zijn ge- tuid. Zij mogen geen gevaar of hinder opleveren. Indien ze op of tegen een bouwwerk zijn geplaatst moeten ze zodanig zijn aangebracht, dat geen be- schadiging van dat bouwwerk plaatsvindt. 2 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere regelen te stellen inzake de plaats, de bevestiging en de constructie van antennes. Zle bljlage E. 177

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1967 | | pagina 188