ARTIKEL 265 Gemeenschappelijke antennes. Verbod tot het maken van een antenne
1 Als nadere eis kan worden gesteld dat op of bij een tot bewoning bestemd
gebouw, dat 20 of meer woningen bevat of, voor zover het een bijzonder woon-
gebouw betreft, huisvesting kan bieden aan meer dan 40 personen, een doel-
treffende gemeenschappelijke antenne, waarmede de ter plaatse goed ont-
vangbare omroep- en televisiesignalen kunnen worden doorgegeven, met de
daarbij behorende apparatuur en geleidingen wordt aangebracht en dat in elke
woning of elk tot afzonderlijke bewoning bestemd gedeelte van een bijzonder
woongebouw een aansluitgelegenheid aan die antenne wordt aangebracht.
2 Indien naar een woning of naar een tot afzonderlijke bewoning bestemd ge-
deelte in een bijzonder woongebouw centraal antenne-energie kan worden ge-
distribueerd, mag geen uitsluitend voor die woning of dat tot afzonderlijke
bewoning bestemde gedeelte dienende antenne worden opgericht.
3 Vrijstelling kan worden verleend van het bepaalde in het vorige lid ten be-
hoeve van radiozendamateurs aan wie door de daartoe bevoegde instantie
een zendmachtiging is verleend.
Paragraaf 3: Herziening van normen, keuringseisen en van
toepassing verklaarde voorschriften
ARTIKEL 266 Herziening van normen, keuringseisen en voorschriften
Onverminderd het bepaalde in artikel 376, lid 2, zijn burgemeester en wethou-
ders in de gevallen waarin in deze verordening en de krachtens deze verorde-
ning vastgestelde nadere regelen bepalingen voorkomen, waarin is verwezen
naar een Norm, uitgegeven door het Nederlands Normalisatie-instituut of door
de Hoofdcommissie voor de Normalisatie in Nederland of naar keuringseisen
of naar een voorschrift, dat ook niet in deze verordening is opgenomen en
de bevoegde instantie die Norm, die keuringseisen of dat voorschrift heeft
herzien en de herziening heeft gepubliceerd, bevoegd met deze herziening
rekening te houden.
178