Bijzondere bepalingen
Niet van toepassing is de eis van ten minste 30 cm dikte voor de gevelmuren
van een schuilplaats, indien deze muren ten minste 20 cm dik zijn en zijn
vervaardigd van gewapend-cementbeton, waarvan het gewicht zonder de
wapening ten minste 2200 kg per m3 bedraagt en waarin een gelijkmatig ver-
deelde dubbele stalen wapening is aangebracht, per m3 ten minste 30 kg
wegende.
2 Het plafond van een schuilplaats als bedoeld in artikel 272a mag niet zijn
voorzien van een bepleistering of andere bekleding.
3 In gebouwen als bedoeld in het tweede Iid van artikel 275 moeten in een
schuilplaats als bedoeld in artikel 272a massieve schermmuren ter dikte van
ten minste 20 cm en vervaardigd van steenachtig materiaal als bedoeld in
lid 1 zodanig zijn geplaatst, dat afdelingen worden gevormd, welke overeen-
komstig het gestelde in artikel 273 voor niet meer dan 50 personen behoeven
te dienen. De schermmuren mogen slechts worden onderbroken voor zover
het verkeer in de onderbouw dit vereist.
ARTIKEL 279 Afdekking schuilplaats
Het bovenste gedeelte van een onmiddellijk boven een onderbouw gelegen
araagvloer moet bestaan uit een doorgaande massieve laag van steenachtig
materiaal, als bedoeld in lid 1 van artikel 278. Deze laag mag slechts worden
doorbroken door spijkerribben en leidingen. De dikte van deze laag met in-
begrip van een eventueel op de draagvloer aangebrachte dekvloer van steen-
achtig materiaal moet ten minste 4 cm zijn.
ARTIKEL280 Samenstelling van vloeren, bordessen, trappen en daken
Draagvloeren, bordessen, trappen in gemeenschappelijke trappehuizen en de
afdekking van de bovenste volledige bouwlaag van gebouwen moeten zijn
samengesteld uit steenachtig materiaal, als bedoeld in lid 1 van artikel 278.
ARTIKEL 281 Koppeling van vloeren
Velden van draagvloeren en van de afdekking van de bovenste volledige
bouwlaag van gebouwen moeten binnen de begrenzing van een woning zo-
danig gekoppeld zijn, dat een hechte samenhang verzekerd is.
183