30 maart 1967 VASTSTELHNG NIEUWE BOUWVERORDENING Heemstede, 22 maart 1967 Aan de Raad, Artikel 3, derde lid, van de Overgangswet ruimtelijke ordening en volks- huisvesting legt aan de gemeenteraden de verplichting op binnen drie jaren na de inwerkingtreding van de Woningwet (op 1 augustus 1965) de bouw- verordening met deze wet in overeenstemming te brengen. Het verdient dringend aanbeveling een nieuwe bouwverordening vast te stellen in plaats van te trachten haar aan de Woningwet aan te passen. Deze wet vertoont namelijk belangrijke verschillen met de Woningwet 1901, waarop de huidige Bouw- en Woningverordening steunt en bovendien is deze verordenmg niet meer in overeenstemming met de tegenwoordige in- zichten. Deze situatie wordt in nagenoeg alle gemeenten aangetroffen. Daar komt nog bxj dat de gemeentelijke bouwverordeningen onderling vaak sterk ver- schillen, ook wat betreft de voorschriften van constructieve aard. Deze in e meeste gevallen ongemotiveerde en onnodige verscheidenheid heeft tot veel onbegnp bij architecten en bouwers geleid en heeft tot op zekere hoogte ook een remmende werking uitgeoefend op de rationalisatie en de productieverhoging van de na-oorlogse bouw. Om tot meer unificatie van bouwvoorschriften te geraken is reeds in 1949 door de toenmalige minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting een studiecoinmissie onder voorzitterschap van Prof. Mazure ingesteld. De- ze commissie heeft in 1952/53 een uitgebreid rapport met een model-bouw- verordening samengesteld. Na overleg van de minister met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten over de wijze waarop de gemeentebesturen ertoe zouden kunnen worden gebracht aan een unificatie van bouwvoor- schriften mee te werken, is door deze vereniging een commissie ingesteld welke het model heeft getoetst aan de in gemeentelijke kring bestaande opvattmgen. AIs gevolg van de aanbevelingen van deze commissie heeft de Vereni- ging van Nederlandse Gemeenten op 31 mei 1956 de „Adviescommissie voor de umficatie en de toepassing van gemeentelijke bouwverordeningen" m net leven geroepen, waaraan werd opgedragen met gebruik van de model-verordening van de commissie-Mazure voorstellen te doen tot het bevorderen van een grotere eenheid in de gemeentelijke bouwvoorschriften en de toepassing daarvan. Deze unificatiecommissie heeft een nieuwe model-bouwverordening met een toelichting daarop samengesteld, welke door de Vereniging van Ne- derlandse Gemeenten in begin 1965 zijn gepubliceerd. Zoals uit die toelichting reeds blijkt zal het niet mogelijk zijn dat alle ge- meenten het model zonder enige wijziging overnemen. Op sommige punten is aanpassing aan specifiek plaatselijke omstandigheden noodzakelijk. het kader van de samenwerking tussen de gemeenten van Zuid-Ken- nemerland hebben op initiatief van de daarbij betrokken colleges van bur- gemeester en wethouders technische en administratieve hoofdambtenaren uit die gemeenten enige besprekingen gevoerd over het amenderen van het model. Bij deze besprekingen heeft steeds het doel van een zo groot moge- lijke uniformiteit voor ogen gestaan. Wij vertrouwen dan ook dat de üiverse raadsbesluiten betreffende de vaststelling van een nieuwe bouwver- ordenmg in hoofdzaak gelijkluidend zullen zijn. De door ons noodzakelijk geachte wijzigingen zijn vervat in bijgevoegd ontwerp-besluit tot wijziging van de (model)verordening. toelichting op deze wijzigingen, welke, voor zover de bouwtechnische

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1967 | | pagina 1