A 20S j Bestaande bouwwerken enz. Als nadere eis kan, ter beperking van brandgevaar, worden gesteld, dat een bouwwerk moet worden voorzien van een doeltreffende bliksemafleiderinstal- latie. Een bliksemafleiderinstallatie wordt geacht doeltreffend te zijn, indien zij vol- doet aan de bepalingen van NEN 1014, uitgave 1958. Als nadere eis kan, in het belang van de bestrijding van brand, worden gesteld, dat een gebouw wordt voorzien van doeltreffende brandblusmiddelen en brandmeldingsinrichtingen. ARTIKEL 314 Bliksemafleiderinstallaties Een bliksemafleiderinstallatie moet bij voortduring aan de eisen van zijn be- stemming voldoen. Aan dit voorschrift wordt geacht te zijn voldaan, indien de eigenaar een gedag- tekende verklaring van een door burgemeester en wethouders aanvaarde des- kundige kan tonen, waaruit blijkt, dat de installatie niet langer dan 3 jaar geleden op haar goede werking is gecontroleerd en in orde bevonden. ARTIKEL315 Gemeenschappelijke antennes Een gemeenschappelijke antenne en de daarbij behorende apparatuur en geleidingen moeten doeltreffend zijn. Als nadere eis kan worden gesteld, dat een gemeenschappelijke antenne en de daarbij behorende apparatuur en geleidingen zodanig worden uitgebreid, dat de signalen van de ter plaatse goed ontvangbare omroep- en televisie- zenders kunnen worden doorgegeven. ART1KEL316 Afvoer van vuil Als nadere eis kan, in het belang van de gezondheid, worden gesteld dat een gebouw wordt voorzien van een doeltreffende vuilbewaarplaats of van een doeltreffende inrichting tot afvoer van vuilnis en afval. ARTIKEL317 Brievengleuf en brievenbus Ten dienste van elke woning en van elke niet met een woning verband hou- dende geheel of gedeeltelijk voor kantoordoeleinden dienende ruimte of com- ||S

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1967 | | pagina 216