deel van het gebouw, dat zich het dichtst bij de leiding bevindt. Hierbij worden
meer gebouwen die te zamen op één erf of één terrein staan, als één gebou*
beschouwd.
ARTIKEL 324 Drinkwater voor niet tot bewoning bestemde gebouwen 2
Als nadere eis kan worden gesteld, dat een niet tot bewoning bestemd ge-
bouw wordt voorzien van een middel tot het betrekken van deugdelijk drink-
water.
ARTIKEL 325 Inrichting van een installatie voor het gebruik van drinkwater
Een installatie voor het gebruik van drinkwater moet doeltreffend en van vol-
doende omvang zijn.
ARTIKEL 326 Buiten gebruik gestelde welputten en regenbakken
Als nadere eis kan, in het belang van de gezondheid of de veiligheid worden
gesteld, dat welputten en regenbakken, die als zodanig geen dienst meer
behoeven te doen of waarvan het water ingevolge artikel 363 is afgekeurd,
worden gesloopt, dan wel gedicht of op andere wijze voor het eruit betrekken
van water onbruikbaar worden gemaakt.
ARTIKEL 327 Verbod tweeërlei watervoorziening in tot bewoning bestemde gebouwen
Tappunten binnen tot bewoning bestemde gebouwen mogen, indien deze ge-
bouwen zijn aangesloten aan het distributienet van de waterleiding, niet door
een ander middel tot watervoorziening worden gevoed.
Paragraaf 5: Gas- en elektriciteitsvoorziening
ARTIKEL328 Aanwezigheid gasinstallatie in tot bewoning bestemde gebouwen
1 Als nadere eis kan worden gesteld, dat een tot bewoning bestemd gebouw in
het belang van de bruikbaarheid van dat gebouw wordt voorzien van een
installatie voor het gebruik van gedistribueerd gas, indien dat gebouw is ge-
208
