ARTIKEL 332 Inrichting elektriciteitsinstallatie Een installatie voor het gebruik van elektriciteit in bouwwerken moet doel- treffend, veilig en van voldoende omvang zijn. ARTIKEL 333 Aansluitingsplicht Als nadere eis kan in het belang van de veiligheid worden gesteld, dat een gebouw wordt voorzien van een elektriciteitsinstallatie, aangesloten aan het elektriciteitsdistributienet. Paragraaf 6: Sloten en andere wateren nabij gebouwen ARTIKEL 334 Toestand van sloten en andere wateren nabij gebouwen Sloten en andere wateren nabij gebouwen mogen zich niet bevinden in een toestand, die nadeel voor de gezondheid of hinder voor de gebruikers van de V gebouwen in de nabijheid of voor anderen oplevert, ten gevolge van: a. onvoldoende afvoer van water, b. gebrekkige staat, c. verontreiniging, d. stank, e. besmetting met ongedierte, f. nestelgelegenheid voor ratten. ARTIKEL 335 Dempen van sloten en andere wateren nabij gebouwen Als nadere eis kan worden gesteld, dat sloten en andere wateren nabij ge- bouwen worden gedempt tot een in die nadere eis te bepalen hoogte. 1 Paragraaf 7: Niet-openbare riolen en putten buiten gebouwen ARTIKEL 336 Toestand van niet-openbare riolen en putten buiten gebouwen Niet-openbare riolen en putten buiten gebouwen mogen zich niet bevinden in een toestand die gevaar oplevert voor de veiligheid, nadeel voor de gezond- 210

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1967 | | pagina 221