Administratieve bepallngen omtrent het bouwen
ARTIKEL 14 Verbod tot bouwen
1 Het is verboden te bouwen zonder of in afwijking van een schriftelijke ver-
gunning van burgemeester en wethouders (bouwvergunning).
2 Geen bouwvergunning is vereist voor:
a. het bouwen ingevolge een aanschrijving van burgemeester en wethouders;
b. werkzaamheden behorende tot het gewone onderhoud;
c. veranderingen of vernieuwingen aan een bouwwerk, indien door of namens
burgemeester en wethouders is medegedeeld, dat de veranderingen of ver-
nieuwingen uit bouwkundig en esthetisch oogpunt van zodanige onderge-
schikte betekenis zijn, dat voor de uitvoering ervan geen bouwvergunning
wordt vereist;
d. het bouwen van niet van een openbare weg af zichtbare erfafscheidingen,
welke voldoen aan het bepaalde in artikel 302, lid 3;
e. het bouwen van antennes, die van de voet af gemeten geen grotere hoogte
hebben dan (3) m;
f. niet onder d en e vallende en niet van een openbare weg af zichtbare
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met geen groter horizontaal oppervlak
dan 6 m2 en geen grotere hoogte dan 1,5 m.
3 Indien ingevolge lid 2 geen bouwvergunning is vereist, is het niettemin ver-
boden te bouwen in strijd met de bepalingen van deze verordening, de krach-
tens deze verordening gestelde nadere regelen of de voorschriften van of
krachtens een bestemmingsplan.
ARTIKEL 15 De aanvraag om bouwvergunning
1 Voor het verkrijgen van een bouwvergunning moet een schriftelijke aanvraag
worden ingediend.
2 De aanvraag mag meer dan één bouwwerk betreffen, indien zij betrekking
heeft op bouwwerken op hetzelfde terrein of op met elkaar samenhangende
terreinen.
3 De aanvraag moet inhouden:
a. naam en correspondentie-adres in Nederland van de aanvrager;
b. indien een gemachtigde is aangewezen diens naam en adres;
c. naam en adres van degene onder wiens leiding het werk wordt uitgevoerd;
13