2 Openingen in wanden beneden peil voor het doorvoeren van leidingen en
mantelbuizen moeten na het aanbrengen der leidingen en mantelbuizen water-
dicht zijn afgesloten.
Mantelbuizen in wanden beneden peil moeten na het aanbrengen der leidingen
waterdicht zijn afgesloten.
ARTIKEL382 Hulpmiddelen bij de uitvoering
1 Afscheidingen, steigers, ladders, heistellingen, transportinrichtingen en ander
hulpmaterieel moeten, wat kwaliteit en samenstelling betreft, voldoen aan de
eis van goed en veilig werk en in goede staat van onderhoud verkeren.
2 Het is verboden bij de uitvoering van een bouw-, sloop- of grondwerk een
werktuig te gebruiken, indien daardoor gevaar voor de omgeving optreedt.
3 Burgemeester en wethouders kunnen het gebruik van een werktuig, dat schade
of ernstige hinder voor de omgeving veroorzaakt of kan veroorzaken, ver-
bieden.
4 Burgemeester en wethouders kunnen voorschrijven, dat voor een op een werk
te gebruiken krachtwerktuig:
a. uitsluitend een bepaalde brandstof wordt gebezigd;
b. de aandrijving elektrisch geschiedt;
c. het werktuig gedurende bepaalde delen van een etmaal niet mag worden
gebruikt.
5 De bepaling van de leden 2, 3 en 4 van dit artikel zijn niet van toepassing ten
aanzien van inrichtingen vallende onder de Hinderwet, voor zoveel betreft
gevaar, schade of hinder als bedoeld in die wet.
6 Degene aan wie een verbod is opgelegd als bedoeld in lid 3 of een voor-
schrift is gegeven als bedoeld in lid 4, is verplicht daaraan te voldoen.
ARTIKEL 383 Veiligheidsmaatregelen bij het bouwen, het in stand houden van bouw-
werken en het slopen
1 Het bouwen, het in stand houden van bouwwerken, het slopen en het ver-
richten van alles wat daarmede in verband staat, moeten geschieden op veilige
wijze, onder meer zodanig dat de nodige veiligheidsmaatregelen zijn genomen