Bijzondere bepalingen m.b.t. de veiligheid op de weg
ARTIKEL 385 Kelderingangen, koekoeken, enz.
1 Kelderingangen, koekoeken, indiepingen en andere lager dan de aangrenzende
weg gelegen betreedbare delen van een bouwwerk mogen geen gevaar voor
de veiligheid van de weggebruikers opleveren.
2 Nadere eisen kunnen worden gesteld ten aanzien van de aard en de construc-
ties van de ingevolge lid 1 te treffen voorzieningen.
ARTIKEL386 Zonneschermen
1 Het is verboden zonder schriftelijke vergunning van burgemeester en wethou-
ders een zonnescherm te hebben tegen een naar de zijde van de openbare
weg of het openbare water gekeerde gevel van een gebouw, indien het zonne-
scherm in enige stand de weggrens overschrijdt of boven het openbare water
uitsteekt.
2 Geen onderdeel van een boven de openbare weg aanwezig zonnescherm mag
zich in enige stand lager bevinden dan:
a. 4,2 m boven een rijweg of boven een strook ter breedte van 1,5 m langs
een rijweg;
b. 2,2 m boven een voetpad, voor zover dit voetpad geen deel uitmaakt van
de onder a genoemde strook.
3 Nadere eisen kunnen worden gesteld ten aanzien van de hoogte, waarop een
zonnescherm boven een openbaar water wordt aangebracht.
ARTIKEL 387 Scherpe voorwerpen langs de weg
Het is verboden op of langs de weg op enigerlei wijze prikkeldraad, punten
of andere scherpe voorwerpen aan te brengen of te hebben lager dan 2 m
boven de hoogte van de weg.
Niet van toepassing is dit verbod op prikkeldraad, punten of andere scherpe
voorwerpen, die, op voldoende afstand van de weg, op van de weg af gerichte
delen van een afscheiding zijn aangebracht.
237