ARTIKEL 398 Bevoegdheid opsporingsambtenaren
Zo dikwijls de zorg voor de nakoming van de bepalingen dezer verordening,
voor zover deze bepalingen niet op de Woningwet steunen, zulks vereist, wordt
hierbij aan de ingevolge artikel 397 aangewezen opsporingsambtenaren de last
verstrekt alle bouwwerken, open erven en terreinen, desnoods tegen de wil
van de eigenaar of gebruiker, te allen tijde binnen te treden of te betreden,
zulks voor zover het woningen betreft met inachtneming van het bepaalde bij
de wet van 31 augustus 1853, Stbl. no. 83.
ARTIKEL 399 Overgangsbepaling
1 Op een verzoek om vergunning, vrijstelling, ontheffing of anderszins, waarop
nog niet is beschikt op het tijdstip dat de verordening, bedoeld in artikel 400,
lid 2, is vervallen en op de beschikking op dat verzoek, alsmede op de uit-
voering van het desbetreffende werk, is die verordening van toepassing, tenzij
de verzoeker de wens te kennen geeft, dat de onderhavige verordening wordt
toegepast.
2 Op aanschrijvingen, lastgevingen, opzeggingen, aanzeggingen, aanwijzingen,
e.d., gegrond op de bepalingen der bouwverordening, die ingevolge artikel 400,
lid 2, is ingetrokken, blijven die bepalingen van toepassing.
ARTIKEL400 Slotbepaling
1 Deze verordening.treedt in.werkjng op âB.'..'îKS.t.e..C&&dftDciaXtil..
volgende op äie vaann zi^jsâl worden afgekondigd.
2 Bij de inwerkingtreding dezer verordenmg vervalt de verordenihg, vastgesteld
bij raadsbesluit d.d.1224.en vervallen alle daarin
aangebrachte wijzigingen.
3 Deze verordening kan worden aangehaald als ,,bouwverordening".
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 2?7..°1.sart 1967.,
DeRaad voornoemd.
'oorzitter
248