Administratieve bepalingen omtrent het bouwen
2 Indien de beslissing van burgemeester en wethouders afwijkt van het advies
van het college, bedoeld in lid 1, onder b, zenden zij een afschrift van hun
besluit aan dat college.
3 Het advies, bedoeld in lid 1, onder b, behoeft niet te worden ingewonnen, in-
dien de bouwaanvraag betrekking heeft op:
a. een gebouw dat moet worden aangemerkt als een monument in de zin van
de Monumentenwet;
b. een gebouw dat gelegen is in een gebied, dat is aangewezen als beschermd
stads- of dorpsgezicht in de zin van de Monumentenwet;
c. een gebouw waarop de provinciale of gemeentelijke monumentenverorde-
ning van toepassing is;
d. een woonkeet.
ARTIKEL 18 Termijn van beslissing op de aanvraag
1 Burgemeester en wethouders beslissen omtrent een aanvraag om bouwver-
gunning binnen twee maanden na de dag waarop de aanvraag is ontvangen,
met dien verstande dat in geval goedkeuring van het werk als bedoeld in
artikel 17, lid 4, van de Wederopbouwwet is vereist en deze op de dag van
ontvangst van de bouwaanvraag nog niet is verleend, de termijn van twee
maanden aanvangt met de dagtekening van deze goedkeuring.
Burgemeester en wethouders kunnen hun beslissing éénmaal voor ten hoogste
twee maanden verdagen. Een afschrift van hun besluit tot verdaging zenden
zij zo spoedig mogelijk aan de aanvrager.
2 Indien burgemeester en wethouders niet binnen de in het eerste lid gestelde
termijn hebben beslist, kan de aanvrager in beroep komen bij de gemeente-
raad of, indien het een woonkeet betreft, bij Gedeputeerde Staten.
ARTIKEL 19 Aanhouding van beslissing op de aanvraag
1 In afwijking van het bepaalde in artikel 18, lid 1, houden burgemeester en wet-
houders de beslissing aan, indien er geen grond is om de bouwvergunning
te weigeren en:
a. voor het gebied, waarin het bouwwerk zal worden uitgevoerd, voordat de
aanvraag is ingekomen, een voorbereidingsbesluit, als bedoeld in artikel 21
15
